Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

‘Pas toen ik een online test deed, besefte ik dat we in een sektarische beweging zaten.’

Annie (37) groeide op als Jehova’s getuige

De redactie

Annie (37) groeide op als getuige van Jehova. Als pionier ging ze elke maand 70 uur van deur tot deur om te prediken, maar diep vanbinnen voelde Annie zich allesbehalve gelukkig. Pas jaren later besefte ze dat ze slachtoffer was van een dwingende groep en keerde ze hen definitief de rug toe.

‘Mijn ouders kwamen in contact met Jehova’s getuigen toen ik pas geboren was. Ik werd grootgebracht met het geloof en vond het dan ook de normaalste zaak van de wereld. Het was de rode draad in mijn leven. Van kleins af aan ging ik elke donderdagavond en zondagochtend naar de koninkrijkszaal, een religieuze vergaderplaats voor Jehova’s getuigen, in onze gemeente. Op dinsdagavond vond de wekelijkse boekstudie plaats en op woensdagmiddag studeerde ik De Wachttoren met mijn ouders.’

Ik deed mijn uiterste best om een goede volgeling te zijn, want door mijn gedrag kon ik God blij of verdrietig maken.

‘Als kind nam ik mijn geloof heel serieus en was ik ontvankelijk voor Jehova, die alle problemen – zoals oorlogen en natuurrampen – zal oplossen in de toekomst, na de Oordeelsdag. Ik deed mijn uiterste best om een goede volgeling te zijn, want door mijn gedrag kon ik God blij of verdrietig maken. Ik deed alles in functie van mijn geloof en paste mezelf en mijn gedrag constant aan de dingen die ik over God leerde aan.’

Geen verjaardagen, geen cadeautjes

‘Op school voelde ik me een buitenbeentje. Tegenwoordig krijgen kinderen van getuigen soms thuisonderwijs zodat ze contact met wereldse mensen mijden, want dat is slechte omgang. Ik heb altijd geleerd dat we een afgescheiden volk zijn dat God dient, dus dat het heel normaal is om je anders te voelen. We zijn geen deel van deze wereld staat letterlijk in de Nieuwewereldvertaling van het Heilige Schrift, dus hoe meer ik me afzonderde van alles buiten Jehova’s getuigen, hoe beter ik God diende. Toch ging ik naar een gewone school. Ik had meestal wel een of twee vriendinnen, maar desondanks voelde ik me vaak eenzaam. In tegenstelling tot mijn klasgenoten vierde ik geen Pasen, Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaar. Wie getuige van Jehova is, viert zelfs geen verjaardagen, omdat er twee verslagen in de Bijbel staan waarbij iemand wordt gedood.’

Zelfs op mijn eigen verjaardag mocht ik geen cadeautjes aanvaarden. Door mijn geloof werd ik ook nooit uitgenodigd op verjaardagsfeestjes.

‘Bovendien gaat er tijdens een verjaardag te veel aandacht naar de jarige en niet naar Jehova. Ik kon en mocht dus in géén geval meevieren. Zelfs op mijn eigen verjaardag mocht ik geen cadeautjes aanvaarden. Door mijn geloof werd ik ook nooit uitgenodigd op verjaardagsfeestjes. Af en toe mocht ik wel gaan spelen bij een vriendin, maar haar ouders zeiden er meteen bij dat ik met geen woord mocht reppen over mijn bestaan als Jehova’s getuige. Dat was hard, zeker als kind, want het bevestigde dat ik geen deel uitmaakte van de wereld.’

Huilend werken

‘Hoe ouder ik werd, hoe meer ik me afzonderde en mijn eenzaamheid wegduwde. Wat had ik eigenlijk te vrezen? Ik had zogezegd toch vele engelen die me steunden? Hoewel ik alles deed om God te dienen, was ik diep vanbinnen niet gelukkig, al kon ik dat toen niet toegeven. Ik kon die gevoelens ook met niemand delen, want tijdens de bijeenkomsten werd gezegd dat we een gelukkig volk zijn. Ik voelde me echter niet zo, dus er was iets mis met mij. Daarom besloot ik me nog meer in te zetten voor God. Ik verslond publicaties van De Wachttoren en las dagelijks de Bijbel.’

Gelukkig leerde ik op mijn 21ste Joris kennen, die ook getuige was. We zagen elkaar voor het eerst op een vergadering en het was meteen liefde op het eerste gezicht.

‘Na het middelbaar begon ik deeltijds te werken in de schoonmaaksector. Dat was volgens de getuigen de perfecte job, omdat het nederig is, maar het was totaal niet mijn ding. Ik deed die job vooral huilend. Gelukkig leerde ik op mijn 21ste Joris kennen, die ook getuige was. We zagen elkaar voor het eerst op een vergadering en het was meteen liefde op het eerste gezicht. Na zes maanden zijn we getrouwd. Dat is niet gebruikelijk, maar het was de enige manier om elkaar te leren kennen. Seksuele betrekkingen voor het huwelijk zijn namelijk verboden. Als je elkaar wil zien, mag dat alleen als je wordt vergezeld door een chaperonne.’

Bloedschuld

‘Samen met mijn echtgenoot heb ik dertien jaar gepionierd, wat wil zeggen dat je maandelijks 70 uur van deur tot deur gaat om te prediken, en dat op vrijwillige basis. Prediken vond ik altijd moeilijk. Als kind huilde ik vaak omdat ik niet wilde meegaan, maar jarenlang kreeg ik te horen dat het heel belangrijk werk was, want iedereen moest gewaarschuwd worden voor het Armageddon. Als ik het niet deed, ontnam ik anderen hun kans op redding en zou ik bloedschuld op mij hebben. Daarom werkten mijn man en ik deeltijds in de schoonmaak, zoals de meeste pioniers. Zo hielden we voldoende budget over om ons te onderhouden en konden we ons inzetten voor God.’

Mijn man en ik begrepen niet waarom we ons zo voelden, maar we dachten dat stress of mijn hormonen de boosdoener waren.

‘Tijdens die periode had ik vaak last van huilbuien en andere lichamelijke kwaaltjes, zoals darmkrampen, migraine en flauwvallen. Ook Joris voelde zich niet goed en voelde zich depressief in combinatie met angst. Ik ging meermaals naar de huisarts en liet zelfs een hersenscan maken, maar nooit werd er een oorzaak gevonden. Mijn man en ik begrepen niet waarom we ons zo voelden, maar we dachten dat stress of mijn hormonen de boosdoener waren. Elke keer zochten we een ander excuus, maar geen haar op ons hoofd dat dacht dat het aan ons geloof lag. Dat hebben we weggeduwd tot we het echt niet meer konden verstoppen.’

Geen levenslust meer

‘Jaren gingen voorbij en we deden alles om toe te passen wat er op vergaderingen en congressen werd gezegd, maar het was nooit genoeg. Door dienst te doen voor God, word je gelukkig werd er tijdens elke bijeenkomst gezegd, maar we voelden ons alsmaar slechter, zelfs in die mate dat we geen levenslust meer hadden. Hoewel het sterk wordt afgeraden, maakten we allebei een afspraak bij een psychiater. Pas anderhalve maand later had ik mijn eerste consultatie, waar ik uitsluitend heb gehuild. Omdat ik zo extreem reageerde, wilde de psychiater me meteen laten opnemen. Dat was uiteraard geen optie voor mij, en uiteindelijk kreeg ik antidepressiva en therapie voorgeschreven. De medicatie miste zijn uitwerking niet: na twee maanden had ik mijn donkere gedachten min of meer onder controle.’

Rond de pot draaien

‘Tijdens de therapiesessies boekte ik minder vooruitgang. Ik durfde niet te zeggen dat ik getuige van Jehova was, omdat dat het imago van de organisatie zou schaden en dat moest ik koste wat het kost vermijden. Ik moest voortdurend rond de pot draaien, wat het extra moeilijk maakte. Ik voelde me niet prettig meer bij de vergaderingen, want iedere ramp of ander slecht nieuws werd aangehaald om te bewijzen dat we in de laatste dagen leven. Ook de confrontaties aan de deur werden me te veel en bovendien waren de vergaderingen vaak niet in lijn met wat we in de Bijbel lazen. Joris en ik hadden reeds in 2005 de NWT-Bijbel gelezen, en dat had vooral nog meer twijfel gezaaid. Tijdens zo’n therapiesessie keek mijn psychiater vaak op van de uitspraken die ik deed. Ze was van mening dat ik heel zwart-wit dacht. Omdat ik het achterste van mijn tong niet kon laten zien, deed ik na elke sessie opzoekingswerk.’

Door de inzichten van mijn psychiater en mijn research besefte ik geleidelijk aan dat de oorzaak van mijn problemen te wijten was aan mijn overtuiging.

‘Oorspronkelijk zocht ik uitsluitend informatie over depressiviteit in de lectuur van de getuigen van Jehova, die het omschrijven als een ziekte van de tijd. Informatie van externen is volgens de getuigen afvallig. Je mag dus alleen informatie opzoeken in eigen publicaties. Maar door de inzichten van mijn psychiater en mijn research besefte ik geleidelijk aan dat de oorzaak van mijn problemen te wijten was aan mijn overtuiging.’

Emotioneel kapot

‘Mijn man maakte ongeveer hetzelfde proces door. Het klinkt gek, maar dat besef kwam voor ons als een donderslag bij heldere hemel, en zelfs toen trokken we het nog in twijfel. Als kind, tiener en jongvolwassene had ik niet het gevoel dat ik lid was van een sekte. Ik wist wel dat de getuigen van Jehova door sommigen als een sekte werd bestempeld, maar er werd mij altijd gezegd dat dat niet waar was, en dat de buitenwereld zo naar ons keek omdat wij tijdens een oorlog neutraal blijven en niemand steunen. Pas nadat ik online een test had gedaan en met mijn eigen ogen zag dat ik heel hoog scoorde op kenmerken die eigen zijn aan een sekte, viel onze frank. Ik scoorde maar liefst 92,31 % en was daar emotioneel kapot van.’

Plots bleek mijn veilige, vertrouwde omgeving een dwingende groep te zijn, en dat is een harde noot om te kraken.

‘Ik kon niet meer slapen en had paniekaanvallen voor elke vergadering. Plots bleek mijn veilige, vertrouwde omgeving een dwingende groep te zijn, en dat is een harde noot om te kraken. Het vertrouwen nam drastisch af, zeker nadat we online een videoreportage hadden gezien over de Australian Royal Comission, een pedofiliezaak bij Australische organisaties, zoals de getuigen van Jehova. Dat was voor ons de druppel: een jaar geleden bezochten we voor de laatste keer een vergadering.’

Vreemde broeders aan de voordeur

‘Officieel zijn Joris en ik niet uitgetreden. We zijn gewoon van de ene op de andere dag gestopt en willen niets meer met de getuigen van Jehova te maken hebben. We weigeren om nog een seconde langer te leven volgens hun richtlijnen. Als we dat officieel bekendmaken, heeft het jammer genoeg heel wat consequenties. Onze ouders en een aantal andere familieleden zijn nog Jehova’s getuigen, en zodra we officieel uittreden of worden verbannen, mogen ze geen contact meer hebben met ons. Bovendien laten ze je niet zomaar gaan. We krijgen regelmatig berichten van familieleden die ons sturen dat de opzieners het recht hebben om te weten wat er aan de hand is. Ze sturen zelfs vreemde broeders tot aan onze voordeur, in een poging ons terug te winnen.’

Volwassen zonder eigen identiteit

‘Momenteel volgen Joris en ik al enkele maanden therapie specifiek voor personen die uit dwingende groepen komen. Zodra je de stap zet en de moed hebt om te ontsnappen, stel je je wel de vraag hoe het verder moet. Het is een zware prijs die je betaalt, want je bent in één klap je sociaal netwerk kwijt. Dankzij de therapie leren we onze eigenheid terug te vinden en zetten we onze eigen gedachten op de eerste plaats. Dat is enorm bevrijdend, want bij Jehova’s getuigen moest je de richtlijnen volgen. Kinderen wordt een normale ontwikkeling ontnomen, wat volwassenen zonder eigen identiteit creëert. Zelfs op vragen zoals ‘Wat vind jij leuk?’ of ‘Wat wil jij morgen doen?’ kon ik geen antwoord geven.’

Slachtoffers

‘Stilaan maak ik weer mijn eigen keuzes. Ik slik intussen geen antidepressiva meer en voel me goed in mijn vel. Maar het idee dat ik vanaf mijn geboorte verbonden was aan een organisatie met sektarische kenmerken, is voor mij heel moeilijk om te aanvaarden. Ik schaam me zo erg dat ik mijn verleden voor de buitenwereld verberg. Er zijn veel mensen die snel een oordeel vellen en me als dom zouden bestempelen, terwijl ik heel lang niet beter wist. Het heeft niets met intelligentie te maken: getuigen van Jehova komen uit alle lagen van de maatschappij. Sommige zijn dokter of leerkracht, andere werken als metselaar of in de schoonmaak. Je kan ze niet in hokjes onderverdelen, maar het zijn allemaal slachtoffers.’

Verjaren in de discotheek

‘Joris en ik zijn eindelijk vrij en kunnen oprecht zeggen dat we gelukkig zijn. We zijn ook dankbaar dat familie – die we jaren niet zagen omdat ze geen getuige van Jehova waren – ons met open armen ontvangen. Ze vellen geen oordeel, en dat is hartverwarmend. Ik ben ook heel trots dat we onze eigen beslissingen durven te nemen. Vroeger was zelfs shoppen problematisch. Is die rok wel lang genoeg? Is die bloes niet te diep uitgesneden? We hadden geen enkele controle en waren als het ware een marionet, zeg maar slaaf, maar eindelijk hebben wij de touwtjes in handen, en dat is een heerlijk gevoel. Ik studeer nu, heb een job die ik leuk vind en vierde onlangs zelfs mijn eerste verjaardag in een discotheek (lacht)! Ons échte leven begint nu en we genieten van elke seconde! We zijn vastberaden om er wat moois van te maken.’

Tekst: Marijke Clabots

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '