Je vriend is onzeker in het verkeer, wat hem spanning geeft. Hij reageert die spanning af door te schelden op andere chauffeurs. Voor jou is dit onaangenaam en je voelt je niet veilig. Iets erover zeggen in de auto helpt niet omdat je vriend daar meer onzeker en dus agressiever van wordt. Sowieso is het beter hem aan te spreken op een rustig moment, maar ook dan kan hij boos worden.
Toch zijn er enkele basisregels voor constructieve feedback:
1) De ik-boodschap. Zeg niet ‘jij moet dit, jij moet dat’ maar spreek vanuit jezelf: ‘ik vind, ik wil graag,’.
2) Geef feedback over zijn gedrag, kraak zijn persoon niet af: ‘jij scheldt anderen uit’ en niet ‘jij bent een agressieveling’
3) Geef aan wat je wél wilt.
Bijvoorbeeld: “Ik word gestresseerd als jij andere chauffeurs uitscheldt. Ik wil dat je daarmee stopt en dat je rustig met me praat als ik met je meerijd”.
Heeft dit geen effect, dan kan je beslissen om alleen te rijden. Je kan niet altijd iemand tot verandering brengen, maar je kan wel zelf kiezen hoe je er dan mee omgaat!