Singles vinden hun woning wel belangrijk, maar voelen zich er toch minder thuis dan koppels. Dat blijkt uit een enquête van het ILIV, Kenniscentrum over het belang van thuis, uitgevoerd bij 2000 Belgische singles van 18 jaar en ouder.
10 % van de singles houdt er niet van om thuis te zijn
Maar 59 % van de singles voelt zich echt thuis in hun woning (tegenover 68 % van de Belgische koppels). 16 % voelt zich er niet echt goed en 10 % brengt er gewoon niet graag tijd door. 'We zijn bijzonder sociale wezens', verklaart Michel Gottschalk, psycholoog en psychotherapeut. 'We voelen de nood om te delen: als je thuiskomt en er is niemand om mee te praten, als je geen interactie hebt, dat maakt mensen ongelukkig.'
Kinderen maken het gemis niet goed
Kinderen in huis zouden niets veranderen. 'Het gevoel van thuis te zijn is gelinkt aan de aanwezigheid van een partner, omdat die andere "een deel van het meubilair" is. Die persoon is cruciaal voor een thuis. Als koppel samenwonen betekent dat je samenwoont met een partner: kinderen zijn geen partners.'
Mettertijd...
Dat ongemakkelijke gevoel dat sommige singles ervaren, verkleint met de leeftijd. Het bewijs: 22 % van de singles jonger dan 30 blijft niet vrijwillig thuis, tegenover 6 % van de vijftigplussers. Een kwestie van gewoonte... Meer dan de helft van de vijftigplussers verklaart zelfs dat ze zich niet meer thuis zouden voelen in hun woning als er een partner zou komen wonen.
Man of vrouw? Geen groot verschil
Je thuis goed voelen is blijkbaar niet gelinkt aan je geslacht. Mannen en vrouwen zijn redelijk gelijkaardig op het vlak van zich thuis voelen, gelukkig zijn of een partner nodig hebben. Ze wonen daarentegen wel op een andere manier. Zo toont de studie aan dat single vrouwen vaker huisdieren hebben en dat ze veel persoonlijke spullen verzamelen. Mannen investeren dan weer liever in hun vrijetijdsbesteding, in een home cinema bijvoorbeeld, en hun woning zien ze gewoon als dak boven hun hoofd.'