Tijdens de winterperiode en zeker tijdens de feestdagen steken we al eens graag een kaarsje aan. Goed voor uren gezelligheid, maar zijn jouw kaarsen ook zo snel opgebrand? Dankzij onderstaande trucjes geniet je alvast een stuk langer van je favoriete geuren.
Staat jouw huis ook vol met kaarsen en ben je dol op de gezellige sfeer die al die kleine lichtjes met zich meebrengen? Dan wil je waarschijnlijk dat je favoriete exemplaren zo lang mogelijk branden. Daar kan makkelijk voor gezorgd worden!
Tip 1: knip een klein stukje van de lont voor je je kaarsen aansteekt. Zo gaat je kaars trager en op een gelijkmatig tempo branden. Ook als je veel kaarsen in een potje hebt, is dat een goede tip, want zo blijft het materiaal langer mooi.
Tip 2: steek je kaars lang genoeg aan. Een goede regel is dat je kaars een uur mag branden voor elke twee centimeter die ze groot is. Is je kaars vier centimeter breed? Dan laat je die beter twee uur aan een stuk branden.
Tip 3: check op voorhand of je ergens tocht voelt of dat de airconditioning misschien nog aanstaat. Steek je kaars nooit aan in een ruimte waar je een briesje voelt, want door de lucht kan de vlam aangewakkerd worden, waardoor ze sneller zal opbranden.
Tip 4: blaas je kaars altijd voorzichtig uit. Zo spettert de wax niet tegen de rand. Wacht ook met het deksel op je kaars te plaatsen tot de rook volledig is weggetrokken. Anders is je deksel niet alleen vuil, maar krijgt je kaars ook een assige geur omdat de rook wordt vastgehouden.
