Het zou een goed idee zijn om je kind naar de opvang te sturen voor de groepsimmuniteit, maar tegelijk wordt zo veel mogelijk aangeraden om je kind thuis te houden als je van thuis uit kan werken. Een dubbel advies voor jonge ouders die momenteel niet weten wat te doen. Wij vroegen raad aan Kind en Gezin.
De opvang blijft open. Dat is de richtlijn die de overheid al meer dan een week standhoudt. Maar als ouder is het een moeilijke beslissing: laat ik mijn kind thuis of stuur ik het toch naar de opvang en lopen we zo een groter risico om besmet te worden? Komt nog bij dat viroloog Marc Van Ranst liever had gezien dat alle scholen en opvang gewoon open zouden blijven om zo groepsimmuniteit te creëren. Wat doe je dan als ouder? Wij vroegen raad aan Kind en Gezin.
‘De reden dat kinderopvang en scholen open blijven, is in de allereerste plaats zodat mensen die een cruciale functie uitoefenen hun job kunnen blijven doen’, vertelt Nele Wouters, woordvoerder bij Kind en Gezin. ‘Daarnaast is er inderdaad die groepsimmuniteit. Kinderen die in eenzelfde groep samenblijven, bouwen samen antistoffen op en creëren zo samen groepsimmuniteit op die belangrijk is in de strijd tegen het virus. Kinderen kunnen elkaar inderdaad aansteken, maar jonge kinderen zijn veel minder ziek. Zolang zij in dezelfde groep blijven, kunnen ze elkaar weliswaar aansteken, maar dan dooft de ziekte ook sneller uit in de groep. Als zij ook thuis met niet meer mensen dan enkel hun ouders en eventueel andere kinderen uit hetzelfde (eigen) gezin in contact komen, dan werkt die groepsimmuniteit. Dus helaas geen neefjes en nichtjes of andere vriendjes die komen spelen. Het is belangrijk om in die eigen bubbel te blijven.’
Contactbubbel
En toch is de algemene richtlijn ook bij Kind en Gezin dat je je kind best zoveel mogelijk thuishoudt. ‘Als je kan thuiswerken, hou je kind dan ook thuis’, klinkt het. ‘Kan het niet, omdat je een cruciaal beroep uitoefent, is het beter dat je kind naar de opvang gaat dan dat je het de ene dag naar een tante zou brengen, de volgende dag naar de buurvrouw en nog een andere dag naar een vriendin.’ Het is dus heel belangrijk om het aantal contacten te beperken en indien er toch contact nodig is, dat zoveel mogelijk in dezelfde groep blijft. ‘Men spreekt dan van contactbubbels’, voegt Wouters er nog aan toe. ‘Bestaande groepen bouwen sneller groepsimmuniteit op tegen virussen. Het is essentieel om die bepaalde contactbubbels in stand te houden’. Dus benadrukt Kind en Gezin om zowel in de kinderopvang als in de opvang op school de bestaande groepssamenstelling zoveel mogelijk dezelfde te houden.
Indien mogelijk, hou je kind dus veilig thuis binnen de contactbubbel van je gezin. ‘Het is belangrijk dat al degenen die thuis kunnen werken, mee die verantwoordelijkheid nemen zodat mensen die écht nood hebben aan opvang er straks nog wel terecht kunnen. We willen echt vermijden dat risicogroepen zoals grootouders hun kleinkinderen moeten opvangen en zo ziek worden. We roepen iedereen op om maximaal alle sociale contacten te vermijden. Alleen zo gaan we het virus ’t snelst kunnen indijken.’
Solidariteit
‘We weten dat het heel erg pittig is’, sluit Wouters af. ‘En we hebben begrip voor al die emoties in deze moeilijke tijden. We zouden heel graag een oplossing hebben die alle kinderen, ouders en kinderbegeleiders veilig houdt, maar het is belangrijk dat iedereen zijn gezond verstand gebruikt. Alle mensen in de zorg, ook de kinderbegeleiders, zijn helden. We roepen op voor solidariteit voor iedereen. Samen maken we het verschil voor de meest kwetsbaren. Dat zijn niet de jonge, gezonde kinderen, maar wel iedereen die tot een risicogroep behoort.’
Lees ook:
