We schrijven veel artikels over lekkere gerechten en heerlijke recepten, maar dat wil niet zeggen dat we allemaal keukenprinsessen zijn. Soms loopt het bij ons in de keuken ook grondig mis! Lees elke bekentenis een voor een en wie weet steek je er nog iets van op voor in de toekomst.
‘Ooit kwam er een vriendin langs om samen te eten en besloot ik
pasta pesto met spekblokjes en pijnboompitten te maken. Kan je
niets verkeerd mee doen, toch? Helaas had ik het mis. Ik had de
pijnboompitten kort aangebakken in de pan, maar tijdens het eten,
waren ze zo hard dat we schrik hadden dat onze tanden gingen
afbreken. We hebben ze toen maar mooi met onze vork aan de kant
geschoven. Toen ik later aan mijn mama het verhaal uitlegde en
vroeg wat ik fout had gedaan, was het antwoord heel simpel. Bleek
dat het geen pijnboompitten waren, maar witte bonen…Oeps!’
‘Eigenlijk kan ik redelijk goed koken (ook al zeg ik het zelf),
maar het probleem is dat ik gewoon heel nonchalant ben. Ik lees
altijd maar de helft van de verpakking en doe maar wat. Zo wilde ik
ooit eens veggie hotdogworstjes koken, maar ik was te lui en
ongeduldig om het vuur op te zetten. Ik las op de doos het woord
‘microgolf’, dus ik legde de worstjes op een bord en besloot dat 2
minuten wel goed zou zijn. Gevolg? Ontplofte worstjes en heel wat
kuiswerk. Blijkbaar moesten ze in een kom met water in de
microgolf... Kleine tip: lees altijd de verpakking volledig!’
‘Confession: ik háát koken. Je kan je dus voorstellen dat ik
gigantisch veel stress had toen mijn schoonouders voor het eerst
kwamen eten. Voor mijn schoonvader maakten we pasta met scampi en
liet ik per ongeluk het halve pepervaatje in de pan vallen. Hij at
er beleefd van, maar moest na drie happen toch toegeven dat het
niet te vreten was. Mijn schoonmoeder wilden we verrassen met
lasagne, maar de schotel bleek te groot voor onze mini-oven
waardoor de ovendeur op een kier bleef staan en het dus drie uur
duurde voor alles gaar was. Bijna acht jaar later achtervolgen deze
kookblunders me nog steeds.’
‘Een aantal jaren geleden maakte ik voor het eerst een volledig
zelfgemaakte pizza. Het was er eentje met alles op en aan: ui,
champignons, paprika, aubergine, zongedroogde tomaatjes en – niet
onbelangrijk – bergen mozzarella. Ik was zo fier op mijn eigen
creatie en legde hem meteen in de oven, zodat ik ‘m zo snel
mogelijk kon verorberen. Maar dan! Ik rook in de keuken een vreemd
geurtje en keek voor de zekerheid naar mijn – met zoveel liefde
gemaakte -pizza. Hij stond in brand! Nadat ik een paar noodkreten
slaakte, haalde ik de brandende bakplaat uit de oven en bluste ik
mijn o zo mooie pizza. Wat bleek? Het bakpapier mocht niet warmer
dan 180° graden worden. Ik heb sindsdien geen homemade pizza’s meer
gemaakt…’
‘Verhalen over verbrande ovenschotels of oneetbare experimentjes
heb ik niet, maar mijn vriendinnen halen soms nog een
keukenincidentje uit onze studententijd boven. In mijn vierde jaar
aan de unief ging ik samenwonen in een huis met vijf andere
meisjes, waarvan ik maar een iemand echt kende. In een van de
eerste weken was ik soep uit een brik aan het opwarmen op het
kookvuur, toen mijn grote oorbel op een of andere manier in mijn
kom soep terechtkwam. Verschietachtig als ik ben, slaakte ik een
heel dramatische gil. Mijn huisgenotes, die mij op dat moment nog
helemaal niet kenden, vonden mijn schreeuw zo alarmerend dat ze
vreesden dat ik mijn vinger afgesneden had of mijn haar in brand
stond. De anticlimax toen ik in shock riep dat mijn goedkope oorbel
van H&M in de soep lag, vinden ze nog steeds hilarisch.
Ondertussen kennen ze mijn dramatisch kantje en schrikken ze niet
meer van een gil meer of minder.’
‘Ik heb helaas héél veel kookblunders. Een aantal jaar geleden
verstond ik onder koken: iets opwarmen in de microgolfoven, dus
mijn culinaire kennis is niet zo bijster groot (lacht).
Als ik er eentje moet uitkiezen, dan ga ik voor die keer dat ik
bijna al mijn gasten lichtjes vergiftigde. Er kwamen vrienden eten
en ik kocht voor bij de aperitief enkele ovenhapjes. Althans, dat
dácht ik toch! Ik had niet goed gekeken op de verpakking – lees:
niet gekeken – en ik had frituurhapjes in mijn karretje
gesmeten. Ik bakte die veel te kort in de oven en serveerde die met
een grote glimlach aan ons gezelschap. Gevolg: ze waren echt niet
te vreten én zo wat iedereen zat die avond of de volgende ochtend
op de pot met diarree. Ohnee!’
‘Toen ik mijn allereerste avond op kot zat, kwam ik tot de
beangstigende conclusie dat ik voor het eerst in mijn leven zelf
zou moeten koken. Kwestie van de zaken simpel te houden, besloot ik
om een ei te bakken. Dat kon onmogelijk misgaan, toch? Voor de
zekerheid belde ik toch even naar mijn (twee jaar jongere) zus, de
keukenprinses bij ons thuis. Zij deed haar uiterste best om me
instructies te geven zonder in de lach te schieten, maar toch ging
het mis. Mijn zus had namelijk één stap overgeslagen omdat ze die
zò vanzelfsprekend vond dat-ie het vermelden niet waard leek:
boter. Ik bakte mijn spiegelei in een gortdroge pan met een
zwartgeblakerde substantie tot gevolg en een kot dat uren later nog
verbrand rook. De rest van mijn studentencarrière hield ik het bij
magnetronmaaltijden.’
‘Ik ben eigenlijk best wel een goede kokkin, als ik dat van mezelf
mag zeggen. Zelf kan ik me dus niet echt een flater voor de geest
halen. Mijn vriend daarentegen kan er wél wat van en dan bedoel ik
niet koken, maar blunderen (lacht). Hij maakte onlangs een
ovenschotel en legde het goedje in een schaal die al een beetje
gebarsten was. Resultaat: toen het eten klaar was, lagen er niet
één maar twee schotels in de oven. Die schaal was mooi in twee
gebarsten door de hitte. Een andere blunder die ik me nog steeds
goed herinner, is toen mijn oma bloem in plaats van bloemsuiker op
mijn cornflakes strooide. Dat was even schrikken toen ik die eerste
hap nam (lacht).’
Lees ook: