Weinig dingen leuker dan binnenkijken bij anderen. Dat vindt ook decoredactrice Laura. Zij mocht voor Flair al de mooiste interieurs bewonderen en zet haar favoriete reno- en decotips van de eigenaars op een rij. Welke interieurtips ga jij toepassen?
Durf te experimenteren.
Astrid (33) verbouwde een sixtiesappartement in Antwerpen-Noord: ‘Wanneer bezoekers hier binnenwandelen, schrikken ze steevast van onze inkomhal, die we letterlijk van top tot teen in Yves Klein Blue schilderden. Toch is iedereen fan. Het feit dat de stopcontacten en lichtschakelaars matchen, vind ik héél satisfying. Als je ergens kan experimenteren, is het wel in een hal. Het is een plek waar je meermaals per dag passeert en tegelijkertijd zelden lang hoeft te zijn.’
Ga voor eyecatchers.
Paulien (27) huurt een appartement uit 1930 in de Brusselse wijk Sint-Gillis: ‘Ik geef niet snel geld uit aan een deco-item, maar áls ik investeer in iets, kies ik het liefst voor een op vallende kleur, zodat het een echte eyecatcher wordt. Kijk maar naar onze terracottakleurige Togo-zetel van Ligne Roset of de kobaltblauwe wandspiegel die de oom van mijn lief maakte naar een ontwerp van Gustaf Westman. Ik sluit niet uit dat ik die felle kleuren op een dag beu ben, maar een zetel is snel opnieuw gestoffeerd en een spiegellijst net zo makkelijk geverfd.’
Schep plezier in het inrichten.
Maxime (26) huurt een stadsloft in Antwerpen-centrum: ‘Van deco-accessoires kan ik maar niet genoeg krijgen. Het leuke aan kandelaars, vazen en sierkussens is dat ze niet duur hoeven te zijn en je ze makkelijk kan wisselen naargelang het seizoen. Mijn jongste pronkstuk? Een bonte papegaaikandelaar, die ik op een knalgeel bijzettafeltje plaatste. Voor mij hoeft het allemaal niet te serieus. Ik wil fun hebben met mijn interieur.’
Verdeel en heers.
Sofie (30) woont in een gerenoveerde loft in Oslo: ‘Onze leefruimte bestaat uit de keuken, de eet- en woonkamer. Omdat het één grote ruimte is, vonden we het belangrijk om ze in verschillende zones op te delen met behulp van tapijten, lampen en de zetel. Vanwege de beperkte oppervlakte kozen we voor minimalistisch meubilair, zodat het geheel niet te druk zou ogen.’
Neem je tijd.
Sumeyya (35) renoveerde een vervallen architectenvilla uit de jaren zestig in Oud-Turnhout: ‘De decotip die ik iedereen meegeef is: richt je woning beetje bij beetje in. Je weet pas écht wat je woonst nodig heeft als je er al enige tijd woont. Dat geldt ook voor schilderen en behangen. Begin met de basis – witte primer en spierwitte verf – en laat er een jaar overheen gaan. Pas dan heb je je woning in alle seizoenen en bij verschillende lichtinvallen gezien en kan je weloverwogen keuzes maken qua kleuren en patronen.’
Opteer voor natuurlijke materialen.
Carolien (32) verbouwde in haar eentje een flat uit 1967 in Antwerpen-centrum: ‘Kies voor echte, natuurlijke materialen en omarm de voor- én nadelen ervan. Functionaliteit is essentieel, maar als jij droomt van een houten parketvloer of een keukenwerkblad uit beton, laat je dan niet tegenhouden door mogelijke krassen of vlekken. Dat is net het mooie aan natuurlijke materialen, die léven.’
Kies voor stukken met een verhaal.
Catherine (36) mag een burgerwoning uit 1874 in Antwerpen-Noord haar thuis noemen: ‘Een meubel of decoratie-item met een verhaal heeft zoveel meer karakter en emotionele waarde. Er zijn weinig betere conversation starters dan een eettafel gemaakt uit een oude turnzaalvloer of een vitrinekast die ooit in een Brusselse herenwinkel werd gebruikt om de dassen en manchetknopen in te etaleren. Ook alle voorwerpen in diezelfde vitrinekast dragen een verhaal met zich mee. Souvenirs van op safari, keramiek gemaakt door een familielid en zelfs een getrokken tand van onze kat Totoro.’
Creëer een thuisgevoel.
Lauren (27) woont in een gerenoveerd rijhuis uit 1957 in Edegem: ‘In mijn ouderlijk huis ligt een zwart-witte tegelvloer met dampatroon in de inkomhal. Wanneer ik als kind die vloer zag, wist ik: ik ben thuis. Toen de vloer in onze hal aan vervanging toe bleek, hoefde ik dan ook niet lang na te denken en koos ik voor bijna identieke tegels. Verder creëer ik graag een thuisgevoel met geurstokjes en interieurparfum – mijn favoriet is Zagara van Ortigia – en bloemen.’
Wees niet bang voor kleur.
Lars (31) verbouwde een duplexappartement uit de jaren dertig in Antwerpen-centrum: ‘Wees niet bang om kleur te gebruiken. Stel op voorhand een kleurenschema samen van drie à vijf kleuren die mooi bij elkaar passen en probeer die als een leidraad door je huis heen te gebruiken, zodat alle kamers in harmonie zijn en bij elkaar passen. Ik koos bewust voor natuurlijke en vooral warme tinten, en ging voor een kleurenpalet bestaande uit groen, rood en blauw.’
Doe van DIY.
Line (33) verbouwde een seventieswoning in Mol: ‘Kies voor degelijke basisstukken en maak ze uniek door er een DIY-twist aan te geven. Zo kregen we al meermaals complimenten over onze buffetkast, terwijl het simpelweg een tien jaar oude BESTÅ-kast van IKEA is waar mijn lief een multiplexplaat op bevestigde. De wandkast in de bureauruimte is dan weer een metalen stellingkast van Gamma waarvan ik de houten platen in felle kleuren verfde om het geheel een vrolijke toets te geven.’
Lees ook: