Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Twee koffies en een witte wijn’, zeg ik terwijl ik de kopjes en glazen op de tafel zet. ‘Laat het maar weten als je meer melk of suiker wil.’ We zijn dan wel een koffiebar, we hebben moeten uitbreiden naar wijn en cocktails om meer klanten te trekken. Ik vind dat niet erg, want ik vind het best fijn om na het werk nog even te ontspannen met mijn collega en een glaasje wijn. Dat is trouwens meteen het voordeel én het nadeel van deze baan: ik heb elke dag een goedgevuld sociaal leven. Ik praat met de klanten, ik praat met mijn collega, ik leer nieuwe mensen kennen, ik maak nieuwe vrienden en mijn oude vrienden wippen hier regelmatig binnen. Het is allemaal heerlijk en gezellig. Maar het maakt ook dat ik ’s avonds, als de koffiebar gesloten is, alles gepoetst is en ik naar huis ga om te eten en me te ontspannen, mijn dosis sociaal contact en op-café-zitten al heb gehad. Ik heb zelden zin om dan nog uit te gaan, behalve eventueel om iets te gaan eten of een filmpje of voorstelling mee te pikken. Ik weet wel, ik vóél ook wel, dat mijn sociale leven leuk is, dat ik gelukkig ben, dat ik veel meer mensen zie en ken dan de meeste andere mensen, dat ik veel plezier maak, en toch… Toch voelt het alsof ik iets mis als ik ’s avonds weer eens uitgeput voor de tv zit te eten terwijl iedereen buiten plezier aan het maken is. Het voelt alsof ik te jong ben om ’s avonds binnen te zitten. Maar aan de andere kant heb ik echt de fut niet om er iets aan te doen.
Iedereen verklaarde me voor gek toen ik deze bar begon. Wist ik niet hoe zwaar dat was? Hoeveel zaken er over de kop gingen?
Ik ga terug naar de toog, neem mijn poetsdoek, maak een net vrijgekomen tafeltje schoon en rep me dan weer naar de toog om de mensen te bedienen die daar intussen staan te wachten. Het is druk, ja. Maar deze koffiebar is mijn baby. Iedereen verklaarde me voor gek toen ik ermee begon en zei dat ik beter op mijn ‘echte’ job zou blijven, want wist ik niet hoe zwaar het was om een eigen zaak te hebben? Wist ik niet hoeveel zaken als deze er over de kop gingen? Dat ik al mijn spaargeld kon verliezen? Het was allemaal waar, maar serieus, wat had ik aan dat geld op m’n spaarrekening als ik intussen langzaam zat te sterven in een saai kantoor terwijl ik een of andere hersendodende baan zat uit te voeren? Begrijp me niet verkeerd, ik weet ook wel dat er boeiende, interessante en leuke kantoorbanen bestaan, maar het is sowieso niets voor mij om de hele dag achter een scherm te zitten. Ik wil bewegen, mijn handen gebruiken, iets maken en daar meteen het resultaat van zien (hopelijk een blije klant), en ik wil vooral geen verantwoording afleggen tegen een baas. En nu ben ik zelf een baas. Oké, van slechts één deeltijdse werknemer, maar het is een begin. Een werknemer die bovendien weer eens te laat is, zodat ik in volle rush alles alleen moet doen. Maar misschien heb ik over een paar jaar wel een keten van koffiebars en ben ik stinkend rijk! Alhoewel, ik denk niet dat ik dat zou willen, want dan moet je dat allemaal leiden en ben je uiteindelijk toch weer een kantoorbaan aan het doen. Nee, laat mij maar latte-art tekenen en limonade maken. Alleen dat afwassen hoeft voor mij niet.
Luide vrouwen en taart
‘Sorrysorrysorry’, zegt Myrthe als ze naar binnen komt gelopen, de taarten naar de keuken brengt, haar handtas achter de toog pleurt, haar schort aantrekt, de poetsdoek uitspoelt en uitwringt, en een dienblad meeneemt om tafeltjes te gaan afruimen en schoonmaken. Dat is meteen ook de reden waarom ik haar vergeef dat ze zo vaak te laat komt. Ze vraagt nooit wat ze moet doen, ze wacht nooit tot ik haar opdrachten geef: ze ziet wat er moet gebeuren en doet het. En als ze dan toch eens een dood moment heeft, vult ze de drankenfrigo’s aan met de bakken frisdrank uit de kelder of maakt ze de grote koelkast in de keuken, waarin de taart wordt bewaard, schoon. Ze maakt zich er nooit makkelijk van af en geeft me altijd het gevoel dat ik er niet alleen voor sta. Ik wou dat ik haar voltijds kon aannemen, maar helaas kan ik haar alleen betalen vanaf de middag tot wanneer ik sluit. Zo helpt ze op de drukste momenten en bij de eindschoonmaak. Ik serveer geen lunch, wel taart, dus het is meestal het drukst vanaf een uur of halftwee ’s middags (het moment waarop we taart beginnen te serveren), en ik sluit om vijf uur. Daarna maken we nog een halfuur schoon.
Het is fijn om omringd te zijn door momentjes van zorgeloos geluk. Er is al zoveel miserie in de wereld, en ik wil dat dit een happy place is.
Tussen tien en twaalf is het soms ook druk, maar dan vooral voor koffiedrinkers die hier ook komen werken. Ze drinken niet zoveel en houden de tafeltjes wat langer bezet, maar dat maakt niet uit. Ze zijn vaste klanten, en omdat ze hier welkom zijn, komen ze meerdere keren in de week en blijven ze komen. ’s Middags komen dan de koppels of groepjes vriendinnen om taart te eten, vaak tijdens het shoppen, met tasjes vol nieuwe kleren of andere aankopen. Het klinkt misschien seksistisch, maar het is nu eenmaal zo dat het meestal vrouwen zijn die samen taart komen eten, of mannen die meekomen met hun vrouw. Die groepjes vrouwen zijn weleens luid en jagen zo de mensen die hier ’s ochtends zitten te werken weg. Dat komt me goed uit, want ik heb de tafeltjes nodig. Bovendien hou ik wel van al het vrolijke gebabbel van blije mensen. Ik denk graag dat het ook een beetje door mijn taart en koffie komt (sowieso door de wijn), en het is fijn om omringd te zijn door momentjes van zorgeloos geluk. Het is een cliché, ik weet het, maar het is een cliché geworden omdat het waar is: er is al zoveel miserie in de wereld, en ik wil dat dit een happy place is.
Verloren hart
Daarom heb ik de zaak ook zo genoemd: Happy Place. Ik weet dat het niet bijster origineel is, maar who cares? De naam zegt exact wat ik wil uitstralen. Daarom heb ik ook het interieur daaraan aangepast: oudroze muren, één muur behangen met een bladerenpatroon, een toog in donker hout met daarop een blad van wit marmer, en tafeltjes met hetzelfde marmeren blad en daarbij bistrostoeltjes in dezelfde kleur hout als de toog. Dat is geen toeval: ik heb ze gekocht in redelijk vuile staat en heb ze opnieuw vernist in dezelfde kleur als de toog. Doordat ze zo vuil waren, kon ik ze voor een prikje op de kop tikken op een faillissementsveiling, net als de tafeltjes. In de voormiddag werkt Myrthe in een bakkerij. Ze zegt dat ze houdt van de combinatie, want dat heel de dag hetzelfde werk doen niks voor haar is. Ik weet niet of ze het meent of alleen maar geen zeur wil zijn, maar ik hoop op het eerste. Dankzij haar heb ik trouwens een goeie deal met de bakker bij wie ze werkt. Voor een prijsje maakt hij taarten voor onze zaak. Bovendien maakt hij ook nog eens andere taarten voor ons dan degene die hij in zijn zaak verkoopt. Daar staan vooral heel traditionele fruitvlaaien en slagroomtaarten in de toonbank. Hij zegt dat hij het nogal beu is om die te maken en dat hij het zo fijn vindt om voor ons creatief te mogen zijn en zijn skills écht te kunnen gebruiken en onderhouden, dat hij amper meer vraagt dan wat de ingrediënten hem kosten. In ruil krijgt hij een gratis koffie telkens wanneer hij binnenspringt, wat ongeveer twee keer per week is. Ik heb het idee dat hij een oogje op me heeft, maar helaas. Niet alleen is hij zowat dertig jaar ouder dan ik, ik heb mijn hart al verloren aan iemand anders… O, daar komt hij net binnen!
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.