Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
de koffiebar

Lees hier deel 5 van ons feelgoodverhaal!

DE KOFFIEBAR – deel 5: ‘Wanneer ik mijn voet beweeg en die tegen de zijne komt, trekt hij zijn voet niet weg’

De redactie

Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?

We gaan nog ergens anders iets drinken, app ik naar mijn bestie Iris terwijl hij de rekening aan het betalen is. O, dat betekent dat je door de eerste ronde bent! Het is hier niet The Bachelor. Maar jeej, inderdaad! Weet je zijn naam al? Nee. Nou, ik hoop dat je hem weet vóór jullie huwelijksdag. Ik rol met mijn ogen en steek mijn telefoon weg, want daar komt hij weer aan. Iris heeft gelijk. Ik moet écht zijn naam te weten komen, maar hoe langer ik wacht, hoe gênanter het wordt. ‘Zullen we?’ vraagt hij, en ik knik en sta op. Omdat ik het krukje niet goed naar achteren geschoven krijg, wankel ik even en dreig ik mijn evenwicht te verliezen. Hij reageert snel en neemt mijn arm stevig vast, zodat ik niet val. Het stuurt een elektrisch schokje door mijn lijf.

Ik heb geen mannen nodig om me te redden (hoewel ik in dit geval wel gewoon op m’n gezicht was gegaan als hij me niet te hulp was geschoten), maar het is toch ook wel sexy, moet ik toegeven; zo’n man die je met z’n sterke armen van een gevaarlijke val redt. ‘Dank je.’ ‘Puur egoïsme. Want waar moet ik koffie gaan drinken als jij in het gips ligt?’ ‘In een van de vele andere koffiebars in de stad.’ ‘Meh, da’s niet hetzelfde. Maar goed, over koffiebars gesproken... Ken jij nog een leuk plekje om iets te gaan drinken?’ Aangezien ik niet zo vaak op café ga, ben ik niet zo’n kenner. Maar ik wil niet dat hij denkt dat ik saai ben, dus gok ik maar op een van de cafés die ik passeer wanneer ik naar de winkel ga. Als we de deur openen, worden we overweldigd door een muur van geluid: harde muziek, mensen die al roepend de muziek proberen te overstemmen en luid gelach. Bovendien staat iedereen op elkaar gepropt en is er dus geen plekje vrij om rustig aan een tafeltje te kletsen.

Hij reageert snel en neemt mijn arm stevig vast, zodat ik niet val. Het stuurt een elektrisch schokje door mijn lijf.

‘Ik denk niet dat dit het ’m zal worden’, zeg ik. ‘Ik ben sowieso niet zo van de drukte.’ ‘Ik ook niet’, antwoord ik, opgelucht dat hij er hetzelfde over denkt. Bij het volgende café is het even druk, en verder vinden we alleen restaurants waar we niet welkom zijn om alleen een drankje te nuttigen. ‘Ik weet een leuke plek waar we rustig kunnen zitten’, zeg ik tenslotte. ‘Waar we ongestoord kunnen babbelen en gratis kunnen drinken.’ ‘Huh?’ vraagt hij verbaasd. ‘O, je koffiebar!’ ‘Ja, ideaal op zo’n drukke vrijdagavond, toch?’ ‘Je hebt gelijk. Wauw, wel tof, je eigen café in je eigen huis.’ Ik lach. ‘Ik geef toe dat ik er wel al een paar feestjes en etentjes voor vrienden heb gehouden. En dat ik vrienden de locatie al heb laten gebruiken. Een bevriend koppel heeft er zelfs hun trouwfeest gehouden. Dat was natuurlijk een kleinschalig feest. En iemand anders deed de catering en zorgde voor de drank, zodat ik die avond niet hoefde te werken.’

Plakkerige tong

Ik open de deur en laat hem binnen. ‘Wil je wijn? Of liever limonade? Koffie zet ik liever niet, want ik heb de machine daarstraks helemaal schoongemaakt. Thee kan natuurlijk wel.’ ‘O, nee, ik wil je ook helemaal niet aan het werk zitten in je vrije tijd. Doe nog maar een wijntje, dat lijkt me nog het minste werk.’ ‘Wit? Rood? Rosé?’ ‘Wat neem jij?’ ‘Rosé. Maar kies maar wat je het liefst hebt. Ik heb sowieso flessen openstaan.’ ‘Doe dan maar rood.’ ‘Ik lust geen rode wijn’, geef ik toe terwijl ik onze glazen vul. ‘Wat? Hoe kan dat zelfs? En er zijn zoveel verschillende soorten en smaken. Het kan toch niet dat je die allemaal niet lust?’ ‘Oeh, je klinkt alsof ik je persoonlijk beledigd heb’, zeg ik lachend. ‘Jij bent dus een wijnfanaat.’ ‘”Fanaat” is wat veel gezegd. Ik ben eerder een liefhebber.’ ‘Dat is een wel erg ruim begrip. De man die ’s morgens regelmatig dronken voor mijn deur ligt, is ook een wijnliefhebber. Nou ja, zo ruiken zijn boeren toch.’

‘Oké, ew. Nee, mijn liefde is iets groter dan dat. Ik heb een cursus tot sommelier gevolgd.’ ‘Echt? Dat is indrukwekkend. Dus je zou zo in een restaurant kunnen gaan werken?’ ‘Ja, en het is natuurlijk ook handig als je je eigen bistro wil beginnen. Of als je iemand ontmoet die beweert geen rode wijn te lusten en je haar wil bewijzen dat dat niet terecht is.’ ‘Ik hou gewoon niet van de textuur’, zeg ik. ‘Ik krijg er een plakkerige tong en droog gehemelte van en vind dat echt een heel onaangenaam gevoel. Maar is het dan zo erg dat ik geen rode wijn lust? Er zijn zoveel lekkere dingen om te drinken. Ik weet niet goed waarom het een issue moet zijn. Het is niet zo dat ik heb gezegd dat ik geen fruit of groente wil eten.’ ‘Nee, zeg, stel je voor dat je niet houdt van sappige watermeloen of smeuïge mango.’ ‘Of krokante granaatappelpitten of een knapperige appel.’ ‘Ik begrijp je punt, ik vind het alleen altijd jammer als mensen zichzelf beperken. Maar als je écht niet wil, hoef je niet te proeven, natuurlijk.’ ‘En als ik wél wil?’ ‘Dan kom ik over een paar dagen na sluitingstijd naar hier met een paar flessen waarvan ik denk dat ze je vooroordelen zullen veranderen.’

Terwijl ik praat, buigt hij zich dichter naar me toe. En wanneer ik mijn voet beweeg en die tegen de zijne komt, trekt hij zijn voet niet weg.

Voor mij hoeft het allemaal niet, nieuwe wijn leren kennen. Ik drink soms graag een glaasje, maar vind dat er af en toe wel wat te lollig wordt gedaan over alcohol, terwijl het toch allemaal niet zo onschuldig is. Bovendien kan ik dat hele drinken en dronken worden soms wel wat kinderachtig vinden. Maar natuurlijk ga ik een tweede afspraak – of is het dan toch een tweede date? – met hem niet afslaan. ‘Oké’, zeg ik. ‘Zolang je maar niet boos of ontgoocheld bent als ik het toch niet blijk te lusten. Zal ik hapjes voorzien?’ ‘Dat mag, maar alleen als je tijd hebt.’ ‘Daar maak ik graag tijd voor’, zeg ik. Ik hoop dat het flirterig klinkt. En dat hij blij is dat het flirterig klinkt.

Voetjevrijen

‘Wat vind je van deze wijn?’ vraag ik met een hoofdknik naar zijn glas. ‘Een prima caféwijn. Niet meer, maar zeker ook niet minder.’ ‘Niet iets wat jij zou kiezen?’ ‘Wel als ik een café zou hebben, niet voor een restaurant. Wie is je wijnhandelaar?’ ‘De plaatselijke supermarkt’, geef ik schoorvoetend toe. ‘Ik serveer vooral koffie, thee en limonade. Die laatste maak ik zelf, dus ik heb niet meteen een drankenhandelaar nodig om me te bevoorraden.’ ‘En hoe maak je de limonade?’ Oké, hij heeft echt wel veel vragen voor me. Maar ik ben blij met zijn interesse en vertel dus over het proces van een lekkere limonade maken zonder al te veel geld uit te geven. Het lijkt me een best saai onderwerp, maar hij luistert aandachtig en knikt. Terwijl ik praat, buigt hij zich dichter naar me toe. En wanneer ik mijn voet beweeg en die tegen de zijne komt, trekt hij zijn voet niet weg… Ik kan echt niet geloven dat dit gebeurt.

Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.

Auteur: Kaat De Kock

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '