Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
‘Wat is er?’ vraagt mama, die me vast bleek ziet wegtrekken. ‘Een ramp.’ ‘Een ramp? Is er iets gebeurd? Is iedereen oké?’ ‘Myrthe is ziek’, zeg ik. ‘Ziek? Hoe bedoel je? Terminaal?’ vraagt mama verschrikt. ‘Wat? Nee, natuurlijk niet. Ze heeft griep.’ ‘Griep? Is dat alles? Op haar leeftijd komt ze er dan toch gewoon bovenop? Of heeft ze een onderliggende conditie?’ ‘Nee, Myrthe is oké. Maar ik sta er vandaag wel helemaal alleen voor.’ ‘Zeg, is dat alles? Ik dacht dat er iemand doodging. Jij kan wel dramatisch doen, hoor.’ ‘Maar je snapt het niet. Ik kan het niet alleen aan op een zaterdag. Dat is onze drukste dag. Ik zal de zaak moeten sluiten. En dat is niet alleen een ramp voor mijn inkomen, dan gaat ook nog eens al die taart verloren. En het is ook echt slecht voor de goeie naam van de zaak. Zeker omdat ik dan de deuren nú moet sluiten en klanten zal moeten weigeren, terwijl ze zien dat hier wel mensen zitten te drinken. Die zullen niet happy zijn.’ ‘
Als je bang bent van het inkomensverlies van één dag, dan draait je zaak toch niet zo goed als je beweert.’ ‘Maar daar gaat het toch niet om?’ zeg ik gefrustreerd omdat zij duidelijk de ernst van de zaak niet inziet. ‘Ik heb taart besteld, ik heb limonade gemaakt en ik hou niet van verspilling. En ik kan de zaak heus wel eens een keertje sluiten als ik het op voorhand weet, kan aankondigen en er rekening mee kan houden. Of als het eens op een andere dag is dan op zaterdag… Ik snap dat je het niet begrijpt, maar voor mij is het gewoon een kleine ramp’, zeg ik gestrest. ‘Het betekent wel dat je tijd hebt om vandaag met me te shoppen’, zegt ze vrolijk. Ik moet op mijn tanden bijten. Kan het nu echt eens een keertje niet om haar gaan?
Al die spullen die ik moet weggooien, de klanten die ik moet weigeren: dit is een ramp!
En dan heb ik een geniaal idee. ‘Mama, wil je echt graag iets samen met mij doen?’ ‘Ja, natuurlijk, kindje. Daarvoor ben ik toch naar hier gekomen?’ antwoordt ze opgetogen. ‘Help me dan vandaag.’ ‘Wat? Waarmee?’ ‘Hier, in de zaak. Help me alsjeblieft, zodat ik de boel kan openhouden. ‘Hier? Ik?’ zegt ze met een gezicht vol afgrijzen. ‘Ja, waarom niet? Dan zijn we gezellig samen aan het werk, net als vroeger, toen we nog samen cakes bakten.’ Dat is welgeteld één keertje gebeurd en daarna nooit meer, omdat mama er niet tegen kon dat er overal bloem en deeg hing. Want stel je voor: een keuken die vuil wordt tijdens het koken, dat kan toch niet? Maar ik weet dat dat het beeld is dat mama het liefst van zichzelf heeft, dus speel ik daar graag op in.
Stoomcursus stomen
‘Maar… ik kan toch helemaal geen koffie zetten? Dat apparaat is veel te moeilijk voor me.’ ‘Ik zou je graag een stoomcursus geven’, zeg ik, en ik grijns om mijn eigen grap. ‘Wat is er zo grappig?’ ‘Stoomcursus. Met deze machine kan je ook melk stomen. Stoomcursus stomen. Nee? Niet grappig?’ vraag ik als mama me stoïcijns aankijkt. ‘Maar daarvoor heb ik helaas geen tijd, dus zal jij moeten afruimen, afwassen en opdienen terwijl ik de koffies maak.’ ‘Afruimen en schoonmaken?’ Ze kijkt me nogmaals met een gezicht vol afschuw aan. Mama heeft een vaatwasser en een poetsvrouw. Ze heeft al jaren niks meer zelf schoongemaakt. ‘Ja, mama, dat doe ik elke dag. Dat doen veel mensen elke dag. Het is een eerlijke manier om geld te verdienen. En de mensen die dat werk doen om jou een leuke tijd te geven op café of restaurant, verdienen je respect, toch?’ Ik zeg het net ietsje te luid, zodat de klanten rondom ons het kunnen horen. Mama beseft ook dat mensen naar haar kijken en haar antwoord afwachten. Manipulatief, ik? Tja, ik heb het geleerd van de beste.
‘Natuurlijk’, zegt ze met opeengeklemde tanden. ‘Geef me maar een schort.’ De volgende uren vliegen voorbij. En ik moet eerlijk toegeven: mama doet het helemaal niet slecht. Ze ruimt af en dient op zonder iets te laten vallen, weet de tafeltjes netjes te houden en is vriendelijk tegen de klanten. Op een bepaald moment zie ik haar zelfs lachen met een jonge vrouw. Ik ben echt benieuwd wat ze tegen elkaar gezegd hebben. Maar de klant legt een mooie fooi neer wanneer ze weggaat, dus wat mama ook aan het doen is, ze mag ermee doorgaan. We hebben niet echt tijd om veel met elkaar te praten, maar dat hoeft ook niet. Ook al heb ik soms het idee dat we niet altijd de beste moeder-dochterband hebben, toch begrijpen we elkaar blindelings als het erop aankomt. Ik was een beetje vergeten dat dat misschien niet altijd uitgesproken hoeft te worden. Of dat we niet op elkaar hoeven te lijken om elkaar graag te zien.
Afwassen als wellness
Als het eindelijk wat rustiger wordt, kom ik achter de bar vandaan en ga ik de vaatwasser inladen. ‘Jij hebt een vaatwasser?’ vraagt mama verbaasd. ‘En je laat mij maar met de hand afwassen!’ ‘Sorry, mama. Ik had echt geen tijd om uit te leggen hoe deze werkt. Maar je hebt het echt fantastisch gedaan, dank je wel.’ ‘Weet je, ik vond het eigenlijk best wel leuk. Ik was vergeten hoe ontspannend het kan zijn om met je handen te werken en niet veel te hoeven nadenken. Ik vond met mijn handen in het warme sop staan ook wel iets hebben. Het voelde een beetje als wellness, weet je wel?’ Wel, zo had ik het nooit bekeken. En ik denk dat weinig mensen dat doen. Maar als zij er blij van wordt, ga ik niet klagen.
Mijn normaal gezien zo cynische moeder is plots enthousiast over afwassen. Wie is deze vrouw? Zou er soms iets mis zijn?
‘Ik ben echt verbaasd over hoe leuk ik het vond. Bevredigend ook. Ik heb altijd kantoorbanen gedaan, en daarbij leken de dagen vaak eindeloos te duren. Dat had ik hier niet. En je kan ook eens een beetje babbelen met mensen. Gezellig.’ Wie ís deze vrouw? Mijn normaal gezien zo cynische, negatieve moeder is plots enthousiast over… afwassen? ‘Zal ik je nog even helpen met poetsen?’ ‘Euh… ja, dat mag, natuurlijk’, zeg ik. ‘Als dat niet te zwaar is voor jou.’ ‘Zeg, zou oud ben ik niet.’ Ze lacht ongemakkelijk. Plots begin ik me af te vragen of er iets mis is. Of mama iets verzwijgt wat ik zou moeten weten. ‘Heb je zin om daarna samen iets te eten?’ vraagt ze. ‘En papa dan?’ ‘Die trekt zijn plan wel.’ ‘Is dat zo?’ Papa is nogal ouderwets. Hij vindt koken een vrouwenjob. Ik erger me daar blauw aan, maar het verklaart in elk geval waarom mama denkt dat alle mannen zo zijn. En waarom ik dan weer zo allergisch ben voor zulke mannen. Ze haalt haar schouders op.
‘Mama, is er iets?’ ‘Ik wil gewoon tijd met mijn dochter doorbrengen, is dat dan zo vreemd? Als je me hier niet wil, dan zeg je het maar gewoon, hoor.’ Ik zie tranen in haar ogen springen. ‘Wacht even’, zeg ik. Ik breng de rekening naar de laatste gasten en zeg dat we zo gaan sluiten. Hun drankjes zijn al een poosje op, dus het is niet zo dat ik hen buitenzet. Ze betalen zonder morren en gaan naar buiten. Ik sluit de deur achter hen en ik draai het bordje aan de deur om naar ‘gesloten’. ‘Kom even bij me zitten’, zeg ik. Dat doet ze braafjes, wat al niet van haar gewoonte is.
‘Wat is er aan de hand, mama? Als ik je het gevoel heb gegeven dat je niet welkom bent of dat ik je niet wil zien, dan spijt me dat enorm. Dat is namelijk absoluut niet het geval. En ik snap dat omdat ik een eigen zaak heb, het lijkt alsof ik zomaar vrij kan nemen wanneer ik wil, maar dat is helaas niet zo. Het is niet anders dan wanneer ik naar jouw kantoor zou komen en zou zeggen: “Stop met werken en ga mee op stap.” Dat kan toch zomaar niet?’ ‘Dat kan wél’, zegt mama, en ze begint te huilen. Dat heb ik nog nooit gezien. Letterlijk nog nooit. ‘Mama, wat ís er toch aan de hand?’ ‘Je vader en ik gaan scheiden, en ik ben mijn baan kwijt. Ik kan nergens terecht!’
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.