Maya heeft geld geërfd van haar grootouders en besloot daarmee haar droom na te jagen: haar saaie kantoorjob opgeven en een koffiebar beginnen. Die lijkt voorlopig goed te draaien. Alleen in de liefde loopt het wat minder. Of komt daar binnenkort verandering in?
Jarne weet waar ik woon, dus op zich is het zeker niet onmogelijk dat hij voor de deur staat. Mijn hart klopt dan ook razendsnel wanneer ik de trap afloop. Als ik de deur open, ben ik dan ook erg ontgoocheld als ik mijn moeder zie staan. Helaas kan ik dat niet meteen verbergen. ‘Hallo schat, ook blij je te zien’, zegt ze droog. ‘Hey mam, wat doe jij hier?’ vraag ik verbaasd. ‘Hoezo, mag ik mijn dochter niet komen bezoeken?’ ‘Natuurlijk wel, maar ik moet over tien minuten mijn zaak openen.’ ‘Maar het is zaterdag!’ ‘Het is zaterdag en dan werk ik. Het is zelfs mijn drukste dag, dat weet je toch?’ ‘Maar het is weekend, dan hoor je toch niet te werken?’ ‘Ik werk niet op zondag en maandag. Kan je dan niet langskomen voor een echt bezoek? Kom anders even aan de bar zitten, dan kunnen we praten terwijl ik alles opstart.’ ‘Ik wil niet aan een bar zitten, met mijn rug.’ ‘Je kan ook aan een tafeltje zitten dicht bij de bar, dan moeten we gewoon wat luider babbelen.’
‘Ik ben nu helemaal naar hier gekomen speciaal om je te zien, kan je niet een dagje vrij nemen?’ Ik zucht. Mijn moeder lijkt wel een verwende kleuter. Soms vraag ik me af wie de moeder is en wie de dochter in deze relatie. Ik kan me niet herinneren dat ze vroeger zo was. Al was ze nooit de meest hartelijke mama. Ze was het type ‘niet spelen in je zondagse kleren’, ‘stilzitten, want anders maak je de zetel kapot’ en ‘niet schilderen, want anders zou er wel eens verf op de tafel kunnen komen’. Mijn vriendinnen kwamen dan ook nooit erg graag op bezoek bij ons. Maar ze kookte lekker, maakte gezonde brooddozen, zette me af aan de fuif (en kwam me ook weer halen, veel te vroeg, én kwam nog naar binnen om me te zoeken ook, wat vreselijk gênant was) en ging roepen tegen mijn leerkracht Engels toen die me vals had beschuldigd van spieken (‘Mijn dochters Engels is beter dan dat van u, waarom zou ze dan moeten spieken bij een examen’ – ze had wel een punt).
Mijn moeder lijkt wel een verwende kleuter! Wie is er nu de moeder in deze relatie en wie de dochter?
Het ding is dus dat mama best wel bezig is met uiterlijke schijn en alles netjes op orde hebben. Ze is altijd piekfijn gekleed en wordt er dan ook gek van dat ik mijn kleren niet strijk en mijn bed nooit opmaak (laten we eerlijk zijn: er is, jammer genoeg, toch niemand die ooit mijn bed ziet buiten ikzelf). Ergens ben ik dus wel blij dat ze hier net vandaag is, want nu heb ik een goed excuus om haar niet mee naar boven te vragen. Mijn appartement is een rommeltje, vol rondgestrooide kleren en vuile borden. Ik moet nu eenmaal al elke dag opruimen en afwassen in een zaak die er kraaknet moet uitzien, en dan heb je ’s avonds gewoon geen zin meer om dat nog een keertje te doen.
Vandaag is de dag waarop Iris normaal gezien schoonmaakt, maar ik weet niet of ze ertoe in staat zal zijn. Ik kan er ook niets van zeggen, want ze is niet mijn poetsvrouw en doet het alleen maar om me een plezier te doen en omdat ze zich schuldig voelt over haar lage huishuur. En het laatste wat ik wil, is haar het gevoel geven dat ze daar iets voor moet terugdoen. ‘Ik kan morgen bij jou op bezoek komen?’ stel ik met frisse tegenzin voor. Het kost me toch wel twee busritten om bij m’n ouders te geraken. ‘Ach, ik ben hier nu toch. Maak me maar zo’n “latte”.’ Ja, ze maakt echt de aanhalingstekens met haar vingers, alsof ik een amateur ben die een of ander flauw afkooksel maakt. Of alsof ze niet gelooft in het concept van lattes en het niet als een volwaardige drank beschouwt. Ik weet niet wat ze ermee bedoelt en ik vraag het ook liever niet. We zitten altijd nét op het randje van ruzie, mijn moeder en ik. En heel soms erover.
Je schrikt mannen af
Ik loop voor haar de gang door naar de koffiebar en maak een latte, terwijl zij zich aan het tafeltje het dichtst bij de bar zet. Voor mezelf zet ik een zwarte koffie. Gelukkig staat er nog niemand voor de deur en hebben we de zaak voorlopig voor ons alleen. ‘En, nog geen spijt van je keuze?’ vraagt mama met een hoofdknik naar de bar. De afkeuring is duidelijk hoorbaar. Mama vond het onbegrijpelijk dat ik een goedbetaalde vaste baan opgaf om een eigen zaak te beginnen. Ze snapt ook echt niet hoe een bar als deze kan blijven draaien, want ze begrijpt niet dat mensen vijf euro of meer willen uitgeven aan een heel bijzondere koffie. Voor haar is koffie iets wat door je koffiezetmachine loopt en je drinkt bij je ontbijt, al dan niet met een vleugje melk of klontje suiker erin.
‘Van mijn keuze om een goeddraaiende zaak te beginnen die me erg gelukkig maakt? Zeker niet.’ ‘Maar wat met je pensioen? Je hebt als zelfstandige echt een enorm laag pensioen!’ zegt ze wanhopig. Ze neemt een slok van haar latte. Ze probeert het te verbergen, maar ik zie aan haar mond en ogen dat ze hem stiekem erg lekker vindt. ‘Mam, ik werk nog maar een paar jaar, ik ben heus nog niet met m’n pensioen bezig. Ik weet ook wel dat ik dit misschien niet heel mijn leven zal doen, maar zolang ik het fijn vind, doe ik dat zeker wel. De zaak draait goed, ik heb vaste klanten en krijg goeie reviews. En misschien blijf ik dit wél voor altijd doen en bouw ik een koffie-imperium uit, je weet maar nooit.’
Als het erop aankomt, willen mannen toch een vrouw die hen na het werk verwelkomt in een schoon huis met een zelfgemaakte maaltijd.
‘En is er al een man in je leven?’ ‘Dat hoeft toch niet?’ ‘Je kan me niet wijsmaken dat je alleen wil blijven, want ik weet dat dat niet zo is. Je was altijd zo’n romanticus. Je schreef de namen van de jongens op wie je verliefd was in je schoolkaften en je had altijd wel een oogje op iemand.’ ‘Toen was ik vijftien, ik ben intussen meer dan tien jaar ouder.’ ‘Weet je wat het is? Mannen worden afgeschrikt door een succesvolle vrouw.’ ‘Mama, in godsnaam, het is 2025, dat is heus niet meer zo!’ zeg ik verontwaardigd. ‘Dat dénk je maar. Mannen zeggen wel dat ze andere dingen willen van een vrouw, omdat ze dat nu eenmaal wel moeten zeggen om die vrouwen hun hart te veroveren, maar dat menen ze niet heus, hoor. Als het erop aankomt, willen ze toch een vrouw die hen na het werk verwelkomt in een schoon huis met een zelfgemaakte maaltijd.’ ‘Mam, hoor jij jezelf wel bezig? Zo’n man wil ik niet, zou ik nooit willen. En ik ken mannen zat die anders zijn. De grote meerderheid zelfs.’ ‘Dat bewéren ze.’ ‘Nee, zo zíjn ze. De mannen van mijn vriendinnen, bijvoorbeeld.’ ‘Als jij het zegt.’ Ik ben blij dat mama de discussie afsluit, want we zouden het toch nooit eens worden en het heeft geen zin om op hetzelfde nageltje te blijven kloppen.
Dat vreselijke appje
‘Kan je nu echt je personeel de zaal niet gewoon laten openhouden en zelf gezellig met me gaan winkelen?’ ‘Nee, ik heb maar één personeelslid en zij werkt maar halftijds.’ ‘Om hoe laat begint ze? Misschien kan je dan weg.’ ‘Op de middag. En dan kan ik niet weg, want vlak daarna is het drukste moment.’ ‘Hoe kan dat zelfs als je geen lunch serveert?’ ‘Ik weet het niet, ik vermoed dat mensen ergens een broodje eten om te besparen en dan naar hier komen voor een lekkere koffie.’ ‘Nou, veel besparen doen ze dan toch niet, met deze prijzen.’ Ik hou mijn zucht én slik mijn woorden in. Gelukkig word ik gered door de bel. Letterlijk, want ik heb een belletje aan de deur zitten dat klingelt als er een klant binnenkomt. Ik excuseer me bij m’n moeder en ga achter de bar staan. En dan komen de volgende klanten binnen en kan ik geen tijd meer vrijmaken voor mijn moeder. Zij lijkt het niet eens zo erg te vinden. Ze kijkt rond en bladert wat door de kranten en tijdschriften die op de toog liggen voor de klanten. En dan krijg ik dat vreselijke appje.
Lees elke woensdag en zondag op Flair.be hoe Maya haar koffiebar én liefdesleven draaiende probeert te houden.