Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Vreemdgaan kan grote gevolgen hebben

‘Ik was zwanger, maar wist niet wie de vader was’

Roxanne (26) zou nooit abortus plegen als ze per ongeluk zwanger raakte. Toch belandde ze in een situatie waarin ze dacht dat ze geen keuze had. Maar was dat echt zo? Of had ze misschien toch voor haar ongeboren kind kunnen kiezen? Roxanne vertelt.

Reportage: Lara Aerts
 
‘Vroeger riep ik altijd dat ik nooit een abortus zou plegen als ik per ongeluk zwanger raakte. Sterker nog: zelfs als de vader afhaakte, dan nóg zou ik het kind houden. Maar wat als ik niet eens wist wie de vader was? Die optie was in al mijn fantasieën nog niet voorgekomen...’
 

Slippertje met de dj

‘Drie jaar geleden kwam Steffen in mijn leven. Hij was een aparte, teruggetrokken jongen. Eigenlijk pasten we totaal niet bij elkaar. Onze relatie werd een emotionele achtbaan: we waren stapelgek op elkaar, maar maakten elkaar ook kapot. De bom barstte toen Steffen op een avond niet kwam opdagen. Er knapte iets: hij kon de pot op! Ik was jong en kon genoeg mannen krijgen. Waarom zou ik op hem wachten? 
 
Ik belde een vriendin op, en zij wist wel een oplossing: veel drank en een dansvloer. We gingen naar een leuke club, waar mijn oog op de dj viel. Om een lang verhaal kort te maken: we belandden bij elkaar in bed. Voor mij was dat een enorme ontlading. Ik genoot, en over de gevolgen dacht ik geen seconde na. Natuurlijk hield ik nog van Steffen, maar hij deed me altijd pijn. Ik had zo veel gegeven, dat ik nu ineens op nemen overschakelde. Maar dan wel van een ander... 
 
Nadien dacht ik nauwelijks nog terug aan die wilde nacht. Tot ik ongesteld moest worden en het maar niet werd. Wat raar, ik slikte toch de pil? Voor de zekerheid deed ik toch een zwangerschapstest. Er verschenen twee streepjes. Dit kon toch niet waar zijn?! In blinde paniek sprong ik op mijn fiets en racete naar mijn vriendin. Al die tijd dacht ik maar één ding: het moet weg, het moet weg, het moet weg.
 
Heel even herinnerde ik me wat ik altijd had geroepen: “Abortus? Nooit van mijn leven!” Maar bijna tegelijk flitste Steffen door mijn gedachten, en de pijn die ik hem zou doen. Het kind houden betekende dat ik het vreemdgaan moest opbiechten. En misschien was Steffen niet eens de vader! En dan die onenightstand... Wat zou mister deejay wel niet denken? Als ik hem al zou kunnen opsporen, natuurlijk.
 
Eén ding stond vast: als ik dat kind hield, zou ik het leven van twéé mannen ruïneren. In een impuls belde ik de abortuskliniek. Gelukkig kon ik er snel terecht. Nadat ik in een kleedkamertje een grote onderbroek en sokken aangetrokken had, werd ik naar de behandelkamer gebracht. De arts maakte een echo. Ik voelde me helemaal verscheurd: op het scherm verscheen een piepklein bewegend wit puntje.
 
Het kloppende hartje van mijn baby... Ik zag mijn kindje in wording op een scherm en tegelijk flitsten de beelden van boze mannen, DNA-tests en een ingewikkelde toekomst door mijn hoofd. Gevoelsmatig wilde ik heel hard “stop!” roepen, maar er kwam geen geluid uit mijn mond. Ik moet een rustige indruk hebben gemaakt, anders had de arts de abortus niet uitgevoerd. Ik was volledig lamgeslagen.’

En ik dan?

‘Het verdriet dat ik na de ingreep voelde, duwde ik gewoon weg. Ik was een paar weken zwanger geweest van een klompje cellen, no big deal. Drie weken ging dat goed, maar toen moest ik terug naar de kliniek voor een controle. Onderweg betrapte ik mezelf op de gedachte dat ik hoopte dat de abortus mislukt was, dat het kindje er nog zou zitten. Weer lag ik op dat bed. En weer werd er een echo gemaakt, deze keer om te kijken of de baarmoeder schoon was.
 
Het zag er prima uit, zei de arts. Op dat moment drong de realiteit tot me door: het kindje was weg en zou nooit meer terugkomen. Pas vanaf dat moment begon ik verdriet te voelen. Het allerergste was het schuldgevoel. Die abortus was veel te snel gegaan en ik had geen 
moment aan het kind gedacht. Dat had toch ook recht op een leven?
 
In alle paniek en verwarring had ik alleen maar aan de mogelijke vaders gedacht. Maar wat had ik zelf gewild? Had ik in mijn eentje een baby willen krijgen? En wat had ik dat kind kunnen bieden? Wat zouden de gevolgen voor míjn toekomst zijn geweest? Allemaal vragen die ik me pas stelde toen het te laat was.
 
Ik viel in een groot zwart gat. Elke nacht had ik nachtmerries, lag ik weer op die behandeltafel en kwam er geen geluid over mijn lippen. Overdag lag ik vooral in bed of op de zetel. Langzaamaan besefte ik wat er aan de hand was: ik had gewoon spijt van die abortus.
 
Hoe zwaar en pijnlijk de situatie ook was, ze dwong mij om naar mezelf te kijken. Waarom had ik mezelf en de baby weggecijferd? Ik had vrede met de abortus kunnen hebben als de beslissing echt uit mezelf was gekomen.
 
Uiteindelijk ben ik in therapie gegaan. Daar heb ik geleerd dat ik geen slecht mens ben omdat ik een kindje heb laten weghalen. Er was geen sprake van schuld, ik had simpelweg de kracht nog niet om voor mezelf te kiezen. Die heb ik nu wel, en ik heb de destructieve relatie met Steffen beëindigd.
 
Aan mijn vriendin en mijn therapeut heb ik veel steun gehad. Verder weet niemand ervan, ook mijn ouders niet. Ik heb het soms nog moeilijk, maar ik hou me vast aan de gedachte dat ik ooit opnieuw zwanger zal worden. Voor mijn toekomstige kind zal ik een stabiele, evenwichtige moeder kunnen zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '