Melanie stond vandaag exact 3 jaar geleden in de vertrekhal van Zaventem toen twee zelfmoordterroristen zichzelf opbliezen.
Melanie (20) overleefde 3 jaar geleden de aanslagen van 22 maart
Overal bloed, huilende kinderen die hun ouders kwijt waren… Het was de hel.
Op 22 maart 2016 zou ik samen met 97 medestudenten op eindejaarsreis naar Rome vertrekken. Hét hoogtepunt van onze humaniora. Het was een dag waar we al zes jaar naar uitkeken. Dat we vroeg moesten opstaan, nam ik er graag bij. Bovendien hadden we geen reden tot klagen: een deel van ons jaar zou vanuit Schiphol opstijgen en moest dus nog vroeger uit de veren. ‘Wat een geluk dat onze groep vanuit Zaventem vertrekt’, dacht ik nog bij mezelf. Dat er die ochtend een terroristische aanslag gepleegd zou worden op Brussels Airport, had ik nooit kunnen voorspellen. Ik had me hooguit aan een kwartiertje vertraging verwacht.
Oorverdovende knal
Toen onze groep toekwam op de luchthaven, kon ons avontuur bijna beginnen. Met z’n allen stapten we richting de self-incheckbalies, slechts een paar meter verwijderd van de plek waar enkele minuten later een zelfmoordterrorist zichzelf zou opblazen. Mijn klas was al ingecheckt en maakte plaats voor de volgende klas. Een aantal van hen snapten het systeem van de self-incheck niet goed. Ik gaf een woordje uitleg toen er een oorverdovende knal aan de andere kant van de vertrekhal weerklonk. Enkele seconden lang was het muisstil. Iedereen keek elkaar vol verbazing aan. ‘Was dat nu een bom?’ hoorde ik een meisje zeggen. Net op dat ogenblik volgde vlakbij een tweede ontploffing.
Sneeuwvlokjes
Het leek wel alsof er sneeuwvlokjes uit het plafond vielen. De vertrekhal zag zwart en grijs. Ik zag niets meer en begon als een gek te gillen. Door de hevige knal beefde het gebouw, maar ook mijn hele lijf. Ik bleef verstijfd staan en wist niet wat te doen. Pas toen een van mijn jaargenoten riep dat ik me uit de voeten moest maken, heb ik de kap van een andere medestudent vastgepakt en ben ik hem gevolgd naar de douane. ‘Evacueren. Gelieve nu het gebouw te evacueren’, klonk er enkele ogenblikken later door de luidsprekers. Mijn klastitularis – die net als ik in shock was omdat ik de enige van de klas was die ze nog vond – heeft me naar buiten geleid, richting de tarmac van Brussels Airport. Pas toen ik daar tussen al die andere mensen stond, begon de realiteit stilaan door te dringen. Waar zijn we in godsnaam aan ontsnapt? Het nieuws over de aanslag was nog niet bevestigd, maar ik denk dat iedereen daar hetzelfde vermoedde.
Ik vond niemand van mijn klas. Een hele tijd lang heb ik gedacht dat ik de enige overlevende was.
Voorbereid op het ergste
Van mijn klasgenoten was er op de tarmac nog steeds geen spoor. We begonnen hen als een gek te bellen, maar op dat ogenblik was het telefoonverkeer al ernstig verstoord. De paniek nam snel toe omdat niemand een teken van leven gaf. We hebben zelfs even gedacht dat ik de enige overlevende van mijn klas was en waren voorbereid op het ergste scenario. Op de tarmac begonnen we lijsten op te stellen van alle aanwezigen en vermisten. Dat enkele uren later zou blijken dat iedereen van onze groep van 98 personen de luchthaven ongedeerd had verlaten, is echt een mirakel. Ik ben in tranen uitgebarsten toen ik herenigd werd met mijn klasgenoten op het dorpsplein van Zaventem. Hoewel ik toen al even wist dat ze veilig waren, dacht ik nog steeds dat ik hen nooit meer zou terugzien.
Al die bebloede mensen en kindjes die hulpeloos schreeuwden omdat ze hun ouders niet vonden. Vreselijk.
Geen eenmansoperatie
Toen onze groep voltallig was, keerden we huiswaarts, weg van alle ellende. Thuis ben ik de zetel ingedoken en heb ik uren aan een stuk het nieuws gevolgd. Het nieuws over de aanslag in Maalbeek had ik eerder die dag vernomen, toen ik nog in een hangar vlak bij de luchthaven wachtte om geëvacueerd te worden. ‘Shit, dit is serieus. Dit is geen eenmansoperatie’, dacht ik toen. Ik vind het degoutant dat die terroristen in hun missie zijn geslaagd en dat ze zo doordacht te werk zijn gegaan. Ze sloegen toe op tijdstippen waarop er massaal veel volk op de been was met als doel om zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Dat ze er zoveel tijd in hebben gestoken om zoiets afschuwelijks voor te bereiden, maakt me ronduit misselijk. Ik vind het vandaag nog steeds vreselijk om die beelden te zien, van al die bebloede mensen en kindjes die hulpeloos schreeuwden omdat ze hun ouders niet vonden. Zelf heb ik geen herinneringen aan dat soort taferelen. Ik zag enkel wat er recht voor mij was.
The Second Day of Spring
De eerste weken na de aanslagen was ik mezelf niet. Ik ben bijna altijd creatief bezig, maar plots zat ik muurvast. Exact een maand na de aanslag heb ik al mijn emoties neergepend in ‘The Second Day of Spring’, een liedje dat ik schreef over mijn ervaring van die dag. Ik heb het nummer niet alleen voor mezelf geschreven, maar ook voor al die andere mensen die er op 22/03 bij waren. Ik hoop dat het hen ook kan helpen met hun verwerkingsproces.
Terug naar de luchthaven
Ik besef dat ik erg veel geluk heb gehad, zeker nu we weten dat er nog een derde bom had moeten ontploffen in Zaventem. Hoe zwaar was de balans dan niet geweest? Af en toe denk ik nog terug aan die dag, maar het bepaalt mijn leven niet. Ik laat me niet leiden door angst, maar ik zie wel meer politie en militairen op straat. Mijn brein registreert dat soort zaken vanaf nu automatisch. Ik voel me sindsdien niet onveilig, maar ik zal die dag wel voor altijd met me meedragen, net zoals de rest van ons land. Wat me goed heeft geholpen, is dat alle slachtoffers en nabestaanden onlangs de kans kregen om de vertrekhal te bezoeken. Het was raar om daar weer te staan, op die plek des onheils. Maar ik ben blij dat ik er opnieuw ben geweest. Het is oké. Het is niet meer de hel die het op 22 maart was. Ik kan nu eindelijk verder.
Interview: Marijke Clabots
Foto’s: Karel Daems
Lees meer straffe verhalen:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier