Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Catherine Kosters

COLUMN: ‘Het mixen van het browniedeeg vond ik al zo vermoeiend dat ik halverwege stopte en het maar zo opat’

Catherine Kosters
Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.

‘Nobody’s perfect and my name is nobody.’ Dat stond te lezen in een tekstballon die uit de mond van Garfield kwam en in stickervorm de gitaarcase van juf Linda van het vierde leerjaar versierde. Juf Linda zag eruit alsof ze nog met The Beatles getoerd had. Ik weet nog hoe mijn negenjarige brein al z’n kennis van de Engelse taal moest aanspreken om het citaat op haar koffer te ontcijferen en hoe trots ik was toen ik de mop eindelijk doorhad. Ha! Mijn blijdschap werd echter meteen gevolgd door een moreel dilemma: wie vindt zichzelf nu perfect?

Ik wil de term ‘probeer-tionist’ lanceren. In die categorie valt eenieder die uitblinkt in aanmodderen en vooral heel moe wordt van Insta-quotes als ‘Dreams don’t work unless you do’.

Ik in ieder geval niet. Alles wat ik doe, kan namelijk altijd beter. Aha, dan ben je een perfectionist, hoor ik je denken. Ook niet, want als iets een keer of drie mislukt, geef ik het steevast op. Hierbij wil ik dan ook de term ‘probeer-tionist’ lanceren. In die categorie valt eenieder die uitblinkt in aanmodderen en vooral heel moe wordt van Insta-quotes als ‘Dreams don’t work unless you do’. Nu is dit geen oproep om je dagen al klungelend te verkwisten. Bepaalde zaken zoals carrière, vriendschap en gezondheid neem je beter serieus. Maar op andere, minder belangrijke vlakken hoef je écht niet zo hard je best te doen. Het vermoeiendst zijn vrouwen (of mannen) die overal goed in willen zijn: ze kunnen naar eigen zeggen perfect bakken, sporten, bloemschikken, salsadansen én breien. Ik kan al die dingen níét, dat geef ik grif toe.De bekentenissen van een probeertionist, part one:

 

1. Toen ik onlangs brownies wilde maken – uit een pak – vond ik het mixen zo vermoeiend dat ik er halverwege uit pure wanhoop de brui aan heb gegeven en het deeg ben beginnen opeten.

2. Ik vertel al sinds 1 januari tegen al wie het horen wil, dat ik pilates ga doen, maar ik heb zelfs nog geen proefles geboekt.

3. Als ik een bos bloemen koop, slaag ik er op een of andere manier altijd in de stengels te kort te knippen voor de vaas.

4. Dansroutines memoriseren is nooit mijn sterkste kant geweest, dus doe ik alleen aan freestyle. Een kennis vergeleek mijn, euh... originele dansstijl ooit met die van een kleuter die door de regenplassen springt. Dan Karaty, call me!

5. Tijdens een persconferentie probeerde een aardige dame me ooit het concept arm knitting uit te leggen: iets met wol rond je armen draperen tot er een trui ontstaat. Mijn reactie: ‘Ik doe niet aan DIY, alleen aan D-I-buy.’

 

Ik zag haar even verward kijken als ik destijds naar die Garfield-sticker, om zich vervolgens tot de rest van de groep te richten, die wél creatief was. Laat ze maar hun best doen, dacht ik. Perfectie is saai. Waarom de hele taart bakken als het deeg even lekker is?

 

 

 

Deze column verscheen in Flair op 31 januari.

 

 

Vorige columns van Catherine:

 

Lees alle columns van Catherine op flair.be/columncatherine.

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '