Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Pexels

'Het is Pestbestuurders uiteraard toegestaan om op een knalvolle parking te parkeren over twee parkeerplaatsen. Hun ego heeft namelijk ook plaats nodig.'

COLUMN: ‘Mijn generatie ziet een dure auto niet meer als statussymbool. Integendeel zelfs’

Lien is een ploetermoeder van twee, loving wife, trotse nerd én boss lady met een zwak voor gefrituurde snacks. Ze is verliefd op mooie zinnen en heeft naar eigen zeggen veel te veel meningen.

Zo, dat hebben we gelukkig weer gehad, denk ik als ik de laatste autofolders bij het oud papier kieper. En dat na wéken reclameterreur, met dank aan het alomtegenwoordige autosalon. Toch elke keer Groot Nieuws, die hoogmis van de autoliefhebber. En mij zal het allemaal worst wezen. Natuurlijk moet ik soms ook nadenken met wat voor wagen ik wil rijden, maar dan kijken mijn man en ik naar wat we kunnen betalen en wat we nodig hebben voor ons gezin, en welke merken het beste op die noden inspelen. Lees: het merk op zich speelt totáál geen rol meer.

 

Hierbij even deze kanttekening over met welk type chauffeur u hier te maken heeft: die met het grootste bakkes en de minste ballen. Ik spuw onderweg de ene na de andere grove belediging uit, zonder dat ik dat omzet in agressief rijgedrag. Mensen die te snel rijden krijgen een 'Zot!' en mensen die te traag rijden krijgen een 'Trage slak!', maar ik zal bijvoorbeeld zelden inhalen. Ik ga u ook besparen wat mij allemaal ontglipt als een bejaard paar zonder richting aan te geven plots afslaat of zonder kijken invoegt en vervolgens 30 begint te rijden waar je 70 mag, maar ik zet dit nooit om in daden, enkel in vuilbekkerij.

Daarnaast is het Pestbestuurders uiteraard toegestaan om op een knalvolle parking te parkeren over twee parkeerplaatsen. Hun ego heeft namelijk ook plaats nodig.

En de chauffeurs die mijn vuile woordenvloed het vaakst triggeren, bevinden zich in die automerken die we gemakkelijkheidshalve even de Pestmerken zullen noemen. Pestchauffeurs geloven dat ze samen met hun wagen een aantal verkeersregels hebben aangekocht die enkel voor hen gelden. Zo geloven ze dat op de snelweg 140 km/u voor hen de minimumsnelheid is en dat niet-pestbestuurders zo snel mogelijk plaats moeten ruimen. Doen ze dat niet, dan is het volledig gerechtvaardigd om de trage medebestuurder dat duidelijk te maken door onophoudelijk met de koplampen de flikkeren en op nog geen halve meter afstand te komen rijden. Daarnaast is het Pestbestuurders uiteraard toegestaan om op een knalvolle parking te parkeren over twee parkeerplaatsen. Hun ego heeft namelijk ook plaats nodig. Ik moet eerlijk toegeven dat ik compleet onverdraagzaam ben geworden tegenover álle Pestchauffeurs, terwijl ik mij er uiteraard van bewust ben dat hun slechte naam enkel wordt veroorzaakt door het gedrag van enkelingen (ja, u heeft deze analyse al meermaals in een heel andere context gelezen).

 

Ik merk trouwens in mijn omgeving dat ik niet alleen die weg ben opgegaan. Rond mij leeft een hele generatie waarbij de auto de rol van statussymbool volledig is kwijtgespeeld. Een generatie die wil wéten hoe vervuilend hun auto is, en daar rekening mee houdt. Die liever niet in een Pestmerk wordt gesignaleerd. En vooral: die vaker de fiets neemt of de trein. En dat laatste is iets waar we gerust trots op mogen zijn.

 

 

 

Deze column verscheen in Flair op 24 januari 2016.

 

 

 

Meer columns van Lien lezen:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '