Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Nele trok lang geleden weg uit het groen, maar keert nu terug. Voor haar dochter.

COLUMN: ‘Ik ben opgegroeid ““op den buiten””. Charmant, maar ik kon er niet snel genoeg weg zijn.’



Columniste Nele werd vorig jaar moeder. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.


Over het groen


 

Ik ben opgegroeid in het groen, in een klein dorp waar ik afwisselend gewekt werd door het geluid van een pauw die in het bos achter ons huis woonde en ‘Jump’ van Kris Kross, de hit die mijn oudste zus grijsdraaide op haar cassettespeler. Vanuit het keukenraam zagen we geitjes en wilde konijnen, en met wat geluk passeerde er eens een hert. We woonden ‘op de buiten’, zoals dat dan heet. Nul cultuur in de buurt, nergens een nachtwinkel en geen trams of metro’s. Charmant, maar ik dacht altijd dat ik er niet snel genoeg weg kon zijn.



Ik groeide dan wel op als een echt dorpsmeisje, zodra ik oud genoeg was om in de stad te studeren en later te wonen, waande ik me een echt stadsmeisje. Ook al hing er nog zand van mijn jeugd onder de zolen van mijn schoenen en was ik nog groen achter mijn oren. In die stad kon en mocht plots alles. Ik zag mensen oversteken wanneer zij dat wilden in plaats van wanneer het licht op groen sprong. Ik leerde een nieuw soort vreugde kennen telkens wanneer mijn fiets ’s morgens nog voor de deur stond of ik een parkeerplaats vond op maar acht minuten stappen van mijn voordeur. Het park werd mijn tuin, en een takje basilicum uit het potje op de vensterbank knippen werd beschouwd als tuinieren. Mijn dagelijkse kwartiertje buitenbeweging bestond uit een wandeling naar een koffiebar, om aldaar aan te schuiven voor een latte macchiato op het verwarmde terras. Eten werd aan de deur geleverd en er zijn wel vier pakjes-afhaalpunten in een straal van één kilometer rond mijn huis. En twee daarvan zijn open op zondag!

De verhuis jaagt me schrik aan, niet in de laatste plaats omdat ik met zekerheid weet dat ze daar nog steeds koffie met melk drinken in plaats van een latte macchiato.


Een wereld ging voor me open, en in die wereld zou ik mijn leven voortzetten.  Nog wat later leek de betonnen jungle me voor een kind zelfs de perfecte plek om op te groeien. Tot ik dat kind ook effectief kreeg en ik niet veel later een wandelend cliché werd dat loopt te toeteren dat haar kind in het groen moet opgroeien. Voor velen is het misschien anders, en ook dat is helemaal oké. Alle ouders willen dat hun kind de wereld leert kennen. En als je het goed doet, kan dat vanuit elke thuisbasis. Maar zelf gaan wij die basis verleggen. Volgend jaar trekken we namelijk weg uit de stad. Dan doeken we alles op en verhuizen we naar het groene dorp uit mijn kindertijd, naar de plek waar ik niet snel genoeg weg kon zijn en waarnaar ik nu sneller dan verwacht terugkeer. Dat jaagt me enorm veel schrik aan, niet in de laatste plaats omdat ik met zekerheid weet dat ze daar nog steeds gewoon koffie met melk drinken in plaats van een latte macchiato.

Maar de nadelen waarover ik nachtenlang pieker, wegen niet op tegen de voordelen, dus we doen het. Omdat mijn dochter daar meer plaats heeft om te ravotten. Omdat ze daar diertjes in het echt kan zien in plaats van in een prentenboek. Omdat ik niet wil dat het mos op onze tuinmuur en de schimmel in de fruitlade van de koelkast het enige stukje wilde natuur is dat ze kent. Omdat ze de geur van nat gras moet leren kennen. Omdat ze in het groen licht en lucht krijgt. En vooral omdat wij zelf nood hebben aan dat laatste, en mogelijks al het voorgaande. Maar meer nog dan dat alles, verhuizen we omdat we onze dochter een kindertijd willen geven zoals we die zelf hebben gehad. In het groen, met zand onder de zolen van haar schoenen. Het was uiteindelijk dat of een bakfiets kopen.

Lees meer columns van Nele:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '