Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© TINE SCHOEMAKER

‘Niemand vertrekt zomaar van z’n thuis en familie. Iedereen heeft een geldige reden om hier te zijn.’

Tia (24) legt bijna elke avond 4 tot 8 vluchtelingen in haar flat te slapen

Tia werkt als fiscalist bij een multinational en sinds vorig jaar is ze actief bij het Burgerplatform BXLRefugees. Aan het Brusselse Noordstation kent en knuffelt ze iedereen. Ze helpt daarnaast zo’n 15 jonge vluchtelingen.

‘Ik was altijd wel geëngageerd, maar als studente werkte ik veel om mijn studies te betalen. Toen ik na mijn studies in Brussel kwam wonen, werd ik ineens keihard geconfronteerd met de omstandigheden waarin vluchtelingen hier moeten leven. En dat brak mijn hart. Ik kreeg van mijn werkgever de kans om een deel van mijn tijd te investeren in een sociaal project. Dat werd Belgium Kitchen, een grootkeuken voor en door vluchtelingen. Zo leerde ik hen kennen, die mensen voor wie iedereen zo bang was.

Ik was in shock om hen zo te zien leven in het Maximiliaanpark. De politiecontroles werden toen ook heel erg opgedreven en ik wist dat ik wilde helpen. Ik leerde honderden mensen kennen. Vaak waren dat lieve jongens en stoere meisjes met vreselijke verhalen. Ze vertelden me over vrouwen en kinderen die verdronken omdat de bootjes zo overladen waren op weg naar hier, zodat ze het gewicht van al die mensen niet meer aankonden. Zo veel achtergelaten levens, gruwelijk. Niemand vertrekt zomaar van z’n thuis en familie. Iedereen heeft een geldige reden om hier te zijn.’

Cohousing met vluchtelingen

‘Het duurde niet lang voor ik mensen begon te vervoeren naar gastgezinnen. Het werd zo koud op straat, ik kon hen toch niet zomaar in de buitenlucht laten slapen? Als je jezelf in hun schoenen plaatst, laat je hen toch niet op straat dolen? Elke dag opnieuw stond ik daar. Al snel liet ik een eerste keer een Irakese jongen bij me overnachten. Het was iemand die ik al een tijdje onder de vleugels nam.

Ik logeerde toen nog bij vrienden van me in Brussel, dus ik was niet alleen die eerste nacht, maar dat was toeval. Ik was eigenlijk op zoek naar een cohousingproject om te gaan wonen, maar ik heb toen heel bewust beslist om toch alleen een appartement te huren, zodat ik tijd en ruimte zou hebben om mensen onderdak te bieden. Gelukkig heb ik een huisbaas die daar ook voor 100 % achter staat.’

Moeilijk afscheid

‘Het is soms moeilijk. Elke keer opnieuw hoorde ik hun levensverhalen, en ik trok me die veel te veel aan. Ik kon daar dan niet van slapen, of ik wist dat iemand probeerde de overtocht naar Engeland te maken en zat daar enorm mee in. Daarom vraag ik nu niet meer aan iedereen wat hun achtergrond is of wat ze meegemaakt hebben.

Ik probeer een klein beetje meer afstand te bewaren. Om me zo beter te kunnen wapenen. Als ik iemand afzet aan het Noordstation en ik weet dat ze de overtocht naar Engeland zullen proberen maken, blijf ik bezorgd over hen. Ook telkens als ik een politiewagen zie, ben ik bang dat ze een van onze jongens hebben opgepakt.’

Opnieuw genieten

‘Ik ga tegenwoordig niet meer elke avond naar het park. Ik probeer me te focussen op de 15 à 20 jongens die ik goed ken en hen zo veel mogelijk te helpen. Dat doe ik met eten, drinken en een slaapplek, of ik zoek families voor hen. Het is een tijdje wat moeilijker gegaan met mijn vriendinnen. Ik spendeerde namelijk al mijn vrije tijd aan het helpen van de jongens, terwijl zij zich zorgen maakten over wat in mijn ogen futiele dingen waren.

Ik dacht altijd: je zou eens moeten weten wat andere mensen overkomt. Maar zo mag je niet denken, natuurlijk. Het leven gaat hier ook gewoon door. Ik heb me lang schuldig gevoeld als ik gewoon wilde genieten. Hoe kon ik op restaurant gaan als er mensen zijn die niet eens geld hebben om de dokter te betalen als ze ziek worden? Dan kon ik mijn geld toch beter gebruiken om hen te helpen? Maar dat kan ik nu allemaal wat meer van me afzetten.’

Verveling

‘Ik vertrouw de politie hier niet meer. De verhalen die we horen en de dingen die we zelf ook meemaken, tarten de verbeelding. Er zijn jongens die worden opgepakt en die ze alles afpakken, die ze ’s nachts naakt en koud in een cel laten. Gsm’s die ze afnemen en niet willen teruggeven, en die zijn vaak de enige lijn naar hun thuis.

Verder is er al die stoere praat in de politiek: over vluchtelingen opkuisen. Ik vind dat allemaal zo onmenselijk. Ga eens naar die mensen en luister naar hun verhalen. Maak er toch geen criminelen van. Mijn ouders waren ook bang, tot ze de jongens leerden kennen. En al die verhalen van die mensen die op onze kap komen leven? Ze zouden niets liever doen dan werken en hun dagen zinvol invullen.’

Broers

‘Het zijn voornamelijk jongens die bij mij logeren. Ze beschouwen me ook allemaal als hun zus. Voor mij zijn ze mijn broers, mijn vrienden. Behalve één: Sammi. Hij is hier intussen al sinds oktober. Al verschillende keren stond hij op het punt om naar Engeland te vertrekken. Zijn vrienden waren allang weg, maar hij bleef altijd. Iedere keer was ik daar stiekem blij om. Tot duidelijk werd dat hij eigenlijk niet wilde vertrekken. We zijn verliefd geworden op elkaar. Ik hoop dan ook dat hij hier kan blijven en dat we samen een leven kunnen uitbouwen.’

Waardigheid

‘Ik ben nooit bang geweest. Natuurlijk zal er weleens iemand met minder goede bedoelingen tussen die honderden mensen zitten, maar ik ben nog niemand tegengekomen die stal, me lastigviel of een versierpoging deed. Ik sta altijd versteld van het respect en de eerlijkheid die de jongens vertonen. Ze zijn gewoon dankbaar voor alle hulp. Je moet je eens voorstellen dat jij voor alles van een ander afhankelijk bent, zelfs voor een sigaret of een ticketje voor de tram. Ze hebben niks. Daarom wil ik ook niet over vluchtelingen praten. Ze zijn de jongens of mijn vrienden. Ze hebben al zo weinig, dus hun waardigheid mogen ze wel houden, toch?’


Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '