Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© pexels.com

'Geen bezoekjes, zelfs geen telefoontjes. Hoe eenzaam ik was, wist niemand. Dat was mijn geheim.'

Onderzoek bewijst: niet alleen senioren zijn eenzaam

Eenzaamheid associëren we automatisch met bejaarden, terwijl recent onderzoek uitwijst dat het minstens even vaak jongeren treft. Rond de leeftijd van 30 jaar is er een piek, waarna het gevoel van eenzaamheid weer afneemt. Rond 80 jaar steekt het opnieuw de kop op.


Tijdens een recente studie door het King’s College in Londen werden 2000 jongvolwassenen bevraagd over eenzaamheid. Daaruit bleek dat millennials minstens evenveel kans maken om zich eenzaam te voelen als de oudere bevolking. Tussen de 23 en 31 procent van de ondervraagden beweerde dat ze zich buitengesloten voelden of gezelschap misten. 7 procent van de deelnemers zei dat ze zich regelmatig eenzaam voelen. Veelvoorkomende gevolgen van eenzaamheid bij jongeren zijn volgens het onderzoek psychische problemen en werkloosheid.

In Het Laatste Nieuws bevestigt eenzaamheidsexpert Luc Goossens van KU Leuven die bevindingen, hij sterkt ze aan met feiten uit een eerder onderzoek in 2016. ‘Er is een piek bij de leeftijd van 30, waarna je een U-vorm ziet. Pas na de leeftijd van 80 wordt dat piekniveau weer overstegen’, legt Goossens uit.

Taboe: Katrien heeft geen vrienden


Katrien getuigt over haar eenzame leven zonder man en zonder vrienden. Na twaalf jaar huwelijk werd haar man verliefd op een ander. Van de ene dag op de andere raakte ze hem kwijt. Maar ook van haar toekomst en van haar leven zoals het er tot dan toe uitzag, moest ze afscheid nemen. Hier doet ze haar verhaal.

Al tijdens mijn huwelijk raakte ik gevangen in een sociaal isolement. Ik investeerde erg veel in mijn gezin, ze waren in mijn ogen het allerbelangrijkst. Daardoor negeerde ik mijn eigen gevoelens, cijferde ik mezelf te veel weg en kromp mijn eigen vriendenkring al flink in.

De periode vóór de scheiding speelden de ruzies zich binnen de muren van ons huis af, daarbuiten blonk mijn man uit in schone schijn. Ik kon niet anders dan dat nepbeeld mee in stand houden. Daardoor kon ik mijn verhaal nergens kwijt, terwijl ik daar juist zo’n behoefte aan had.

Ik besefte algauw dat ik geen oprechte vriendenkliek had en dat idee sneed me door het hart. De scheiding sleurde me helemaal mee in die afzondering. Terwijl Peter een nieuw leven begon met een andere vrouw, lag er voor mij een toekomst zonder zekerheden. Ik had gelukkig de kinderen en mijn familie uit wie ik kracht kon putten, ze vormden een constante. Maar ze waren de enigen. Mijn ex en ik hadden een uitgebreide gemeenschappelijke vriendenkring.

Na de scheiding veranderden die ‘vrienden’ in gossip -jagers, alleen uit op nieuwe roddels. Toen hun eerste nieuwsgierigheid was bevredigd, bleven ook zij weg, instant allergisch voor andermans ellende. Ik schrok van hun schijnheiligheid, van de vluchtigheid van mijn vriendschappen, en ging sociale contacten steeds meer uit de weg.

 

Geen bezoekjes, zelfs geen telefoontjes. Hoe eenzaam ik was, wist niemand. Dat was mijn geheim.

 


 

Ik vond met de kinderen een tijdje onderdak bij mijn ouders, waar we op de zolderverdieping logeerden. Spoedig beperkten mijn sociale contacten zich tot een babbel met een van mijn zussen of een praatje met mijn ouders. Ik sloot me steeds meer op. Uren, dagen bracht ik door op de bank. Starend, denkend, piekerend. Apathisch.

 

Hoewel ik toen nog wel mensen om me heen had, voelde ik me toch heel alleen. Ik kon mijn hart niet luchten bij een onvoorwaardelijke vriendin, ik kon mijn ellende niet eens vergeten tijdens een avondje uit met kameraden... Nochtans hou ik van een goede babbel en ben ik best wel sociaal. Maar die plotse eenzaamheid deed me in mijn schulp kruipen. Ik trok me terug als een kluizenaar. Het leek me alleszins een beter bestaan dan te worden geconfronteerd met valse vriendschappen, met schijnheiligheid.

Na drie maanden vond ik een eigen woning, waar ik met de kinderen mijn intrek nam. In onze nieuwe buurt kende ik niemand en ik had niet de moed en de wil om zelf contact te zoeken. In plaats daarvan sloot ik me op, ik vereenzaamde. Er werd niet aangebeld, ik hoefde geen telefoontjes te verwachten van vrienden. Mijn agenda was leeg... Van mijn eenzaamheid was niemand op de hoogte. Collega’s en buren leidde ik om de tuin, dit was mijn geheim. Buitenkomen werd een steeds grotere opgave, het vroeg erg veel energie van me. Ik stelde winkelen uit tot net voor sluitingstijd, bleef in de auto zitten als ik de kinderen van school ging halen... Bang voor conversaties, bang voor mensen.

 

Mijn eigen stekje werd de enige plek waar ik me nog op mijn gemak voelde, waar ik nog mezelf durfde te zijn. Na een van mijn zeldzame ‘uitstapjes’ sloot ik altijd opgelucht de deur achter me. Mijn zussen wilden me mee op sleeptouw nemen, maar dat voelt niet hetzelfde als een echte vriendin. Ik kwam steeds minder buiten en na me een hele tijd sterker voor te hebben gedaan dan ik was, liet ik me plots helemaal gaan. Overdag sliep ik tot diep in de middag, tot ik de kinderen van school moest halen.

 

De weekends waren de ergste momenten. Die confronteerden me met mijn verlatenheid.


 

Ik ging steeds meer ’s nachts leven. Dan deed ik het huishouden, keek ik urenlang naar films en verloor ik mezelf bijna in een andere realiteit. Ik droomde van een ander leven, ik hoopte ooit mijn gevoelens, verhalen, belevenissen te kunnen vertellen aan vrienden, aan mensen die het écht goed met me voorhadden.

De weekends waren de ergste momenten, die confronteerden me des te meer met mijn verlatenheid, ik kreeg ze amper gevuld. De versleten kussens zijn daarvan het resultaat, ik klampte me vast aan de sofa. De week die erop volgde, beloofde niets meer dan dezelfde leegte. De weinige keren dat ik buitenkwam, speelde ik een rol: dan was ik een vrouw die alles onder controle had: haar leven, haar gezin, haar vriendenkring...

In bepaalde situaties kon ik er moeilijk omheen: als ik mijn zonen naar het voetbal bracht, dan stond ik hen niet langs het veld aan te moedigen, ik trok me terug in de voetbalkantine. Alleen aan een tafeltje: ik straalde waarschijnlijk een ongewilde afstandelijkheid uit, want niemand kwam naar me toe. Dan keerde het taboe als een boomerang terug in mijn gezicht, op zulke momenten werd ik er ongelooflijk mee geconfronteerd.

We zijn nu vier jaar na de scheiding en het wordt stilaan tijd om dit mistroostige hoofdstuk af te sluiten. Ik vind mezelf steeds meer terug, een vrouw die graag lacht en geniet van een goed gesprek. Tijdens een avondje uit zag ik mijn beste vriendin terug, iemand die zo door me heen kon kijken. Ik heb voor het eerst sinds lang het gevoel die onvoorwaardelijke vriendin te hebben... We hebben heel wat tijd in te halen.’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '