Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Nog voor ik kon reageren, stopte ze een kruisteken in mijn handen.'

Marleen (42) onderging een duiveluitdrijving

De redactie

Lezeres Marleen (42) was 15 jaar toen ze geconfronteerd werd met angsten die haar jarenlang parten speelden. Haar moeder zag geen andere uitweg en nam Marleen mee naar een bekende abdij in Vlaanderen voor een duiveluitdrijving.


‘Ik ben opgegroeid in een standaardgezin: mama werkte als poetsvrouw en papa was als arbeider aan de slag in een fabriek. Het was een warme thuis. Ik kwam niets tekort en had een goede band met beide ouders. Mama was zoals haar zus een gelovig type. Ze ging niet dagelijks naar de kerk, al ging ze wel vaak naar het Heilig Paterke van Hasselt. Dat is een grafkapel van Valentinus Paquay, een pater die in 2003 zalig werd verklaard. Mama brandde daar regelmatig kaarsjes, wat ze ook deed in de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Ze ging ook al een paar keer op bedevaart naar Lourdes en in de ouderlijke woning staat al sinds jaar en dag een Mariabeeldje op de kast. Mama drong haar geloof niet aan ons op, al zei ze wel dat ik elke avond voor het slapengaan moest bidden.’

Inbraak met bedwelmend gas


‘Op mijn 15de maakte ik iets traumatisch mee toen ik bleef slapen bij een vriendin. Haar ouders hadden destijds een kruidenierswinkeltje in het dorp en hadden vaak cash in huis. Toen wij al in ons bed lagen, kregen ze inbrekers over de vloer. De daders spoten een bedwelmend gas in onze kamer zodat we niet wakker zouden worden, en de hond des huizes kreeg een product toegediend waardoor hij niet kon blaffen. Ik was enorm suf toen ik wakker werd. Ik kon niet helder denken en schrok toen ik twee politieagenten naast mijn bed zag staan. Er lagen geweren op het aanrecht in de keuken. Zoiets laat op die leeftijd wel een grote indruk achter. (stil) Vanaf dat moment werd ik geconfronteerd met angsten.’

De daders spoten een bedwelmend gas in onze kamer zodat we niet wakker zouden worden, en de hond des huizes kreeg een product toegediend waardoor hij niet kon blaffen.

Bange wezel


‘Ik had soms het gevoel dat ik op straat werd achtervolgd. Als ik alleen thuis was, durfde ik de rolluiken niet naar beneden te doen. Ik durfde het toilet niet door te spoelen, want dan zou ik potentiële inbrekers niet horen. Als ik tv keek, moest die stil staan. Ik vond het moeilijk om alleen te zijn, zeker als het donker werd, en voelde me alleen veilig als er iemand anders in de buurt was. Mijn angsten werden er niet beter op toen ik tijdens die periode een goede vriend verloor. Hij was op slag dood nadat hij omver werd gereden door een dronken bestuurder. Om die gebeurtenissen een plaats te geven en het gevecht tegen mijn angsten aan te gaan, ging ik naar een psycholoog. Mijn moeder maakte zich uiteraard zorgen, wat logisch is, want ik zat jarenlang niet goed in mijn vel. Toen ik 19 jaar was, was ik nog steeds een bange wezel. Omdat mijn mama geen andere uitweg zag, zocht ze naar een oplossing binnen haar geloof.

Bibberend kruis


‘Mijn mama en tante namen me mee naar een gelovige vrouw die regelmatig te vinden was in een achterzaaltje van een café. De ruimte waarin ze zat, stond vol met heiligenbeelden. Ik vertelde die dame mijn verhaal over de inbraak en het verlies van mijn vriend. Wanneer je droomt over die vriend, ga dan niet met hem mee, zei ze. Anders zal de duivel je lichaam betreden. Nog voor ik kon reageren, stopte ze een kruisteken in mijn handen. Als ik bibberde, was de duivel al aanwezig. Ik kan me dat moment nog zo voor de geest halen. Uiteraard bibberde ik. Dat kon ook bijna niet anders na het aanhoren van dergelijke praat. Ik kon alleen maar denken waar ik in godsnaam was beland. Toen ik weer thuis was, ging ik meteen naar mijn kamer en barstte ik in tranen uit. Ik was helemaal over mijn toeren, maar mijn moeder zag er geen graten in en nam me nog geen week later mee naar een abdij voor een duiveluitdrijving.

Geen rebels type


‘Ik heb nooit geloofd dat er een bovennatuurlijke kracht in mijn lichaam zat of dat ik bezeten was. Maar ergens had ik het gevoel dat ik niet anders kon dan erin meegaan, want mijn mama geloofde daar wél in. Wat moet je dan doen? Ik had uiteindelijk wel een probleem dat ik niet onder controle kreeg en ik wilde mijn moeder niet teleurstellen. In die tijd was er toch een ander respect naar de ouders toe. Als ze zeiden dat je iets moest doen, deed je dat gewoon, want dat hoorde zo. De 19-jarigen van vandaag lachen hun ouders recht in hun gezicht uit als die zeggen dat ze je meenemen naar een duiveluitdrijving, maar ik stond niet sterk genoeg in mijn schoenen. Ik was niet het rebelse type dat de wil van haar moeder negeerde.’

Ik had uiteindelijk wel een probleem dat ik niet onder controle kreeg en ik wilde mijn moeder niet teleurstellen.

Latijnse gebeden


‘De duiveluitdrijving vond plaats op een zaterdag. Ik meldde me samen met mijn moeder, tante en neef aan in een abdij. We werden ontvangen door een van de paters, die ons begeleidde naar een spreekkamer. Hij vroeg wat het probleem was en ik vertelde weer mijn verhaal, waarop hij zei: We gaan een ritueel doen en nadien zal je je beter voelen. Vervolgens trokken we richting de kerk van de abdij. Mijn familie nam plaats in het zitgedeelte terwijl ik voor het altaar moest staan. Als ik mijn ogen sluit, beleef ik dat moment helemaal opnieuw. Ik weet nog dat ik dacht dat hij me zou herdopen, want op het altaar stond een kommetje met wijwater en de pater begon hardop te bidden. Het waren allesbehalve Nederlandstalige gebeden. Ik heb geen Latijn gestudeerd, maar daar leek het op. Terwijl hij bad, doopte hij een palm in het wijwater, die hij vervolgens op mijn beide schouders en ook op mijn hoofd legde. Die handeling werd een paar keer herhaald terwijl de man bleef bidden. Ik liet hem begaan. Ik sloot me af. Ik wilde gewoon dat het achter de rug was.’

Hond in huis


‘In totaliteit heeft mijn duiveluitdrijving nog geen halfuur geduurd. De pater zei na afloop nog dat ik moest terugkomen als ik me niet beter zou voelen, maar het is gelukkig bij die ene keer gebleven. Na de duiveluitdrijving was ik zeker niet bevrijd van mijn angsten, al beterde het beetje bij beetje. Ik ging opnieuw naar een psycholoog, want ik was het beu om bang te zijn. Hij leerde me trucjes aan om met mijn angsten om te gaan en raadde me aan om een asielhond in huis te nemen. Het was een lief beest, maar hij zag er een beetje gemeen uit, waardoor ik me automatisch veiliger voelde (lacht). Mijn psycholoog had gelijk, want mijn hond bracht me tot rust. Als hij bleef liggen als ik alleen thuis was, wist ik dat we geen ongewenste bezoekers over de vloer kregen. Met het ouder worden kreeg ik ook meer zelfvertrouwen, wat in zekere zin helpt als je een angststoornis hebt.’

Opsluiting


‘Bijna niemand weet dat ik een duiveluitdrijving onderging. Na afloop werd er nooit meer een woord over gesproken. Mijn ouders weten het en ook mijn tante en neef zijn op de hoogte, maar ik heb het nooit gedeeld met mijn psycholoog en denk dat mijn zus geen flauw idee heeft. Als mijn vrienden dat zouden weten, vallen ze uit de lucht. Zelfs mijn man – met wie ik al jarenlang getrouwd ben – wist het tot onlangs niet. Ik hield de lippen stijf op elkaar, want ik weet heel goed hoe mensen zouden reageren. Als ik eerlijk ben, had ik misschien schrik dat ze me zouden opsluiten als ik het vertelde. Ik wilde niet dat mensen dachten dat ik gek was geworden. Tot nu toe heb ik nooit iemand anders ontmoet die een duiveluitdrijving onderging. Er zijn er ongetwijfeld, maar ik denk dat je zoiets uit schaamtegevoel niet snel zal toegeven. Bovendien zijn er ook mensen zoals mijn moeder, die daar echt in geloven. We hebben 23 jaar lang met geen woord over de duiveluitdrijving gerept, maar toen ik haar vertelde dat ik dit interview zou geven, zei ze: En toch heeft het geholpen. Dat was even een shock om te horen. Ik heb dan ook vrijwel meteen het gesprek afgerond en zei haar dat het onderwerp vanaf nu weer wordt doodgezwegen. Erover praten heeft toch geen zin, want onze meningen staan loodrecht tegenover elkaar.’

We hebben 23 jaar lang met geen woord over de duiveluitdrijving gerept, maar toen ik haar vertelde dat ik dit interview zou geven, zei ze: En toch heeft het geholpen.

Niet kwalijk


‘Ik neem het mijn mama niet kwalijk dat ze me meenam naar een duiveluitdrijving. Ik neem het mijn vader ook niet kwalijk dat hij niet ingreep, terwijl hij zelf niet gelovig is. Ik ben ervan overtuigd dat mijn mama dat deed omdat ze me wilde helpen, al vind ik het jammer dat het niet mijn eigen keuze was en dat me nooit werd gevraagd hoe ik daar tegenover stond. Als die vraag me werd gesteld, had ik nooit toegestemd. Ik zal mijn kinderen alleszins nooit meenemen naar een duivelbanner, tenzij ze daar zelf om vragen. Het is intussen een ver-van-mijn-bedshow, maar mijn bloed begint wel een klein beetje te koken als ik artikels lees over een pater van de desbetreffende abdij die beweert dat ze nooit duiveluitdrijvingen hebben uitgevoerd. Dan kriebelt het om in mijn pen te kruipen, want ik heb nochtans 23 jaar geleden voor een pater gestaan die geprobeerd heeft om de duivel uit te drijven bij mij. Waarom moeten ze daarover liegen? Het kan bijna niet anders dan dat er geld mee gemoeid is.’

Geen trauma’s


‘Ik heb respect voor mensen die geloven, ook in de duivel. Iedereen moet geloven in hetgene waar hij zich goed bij voelt. Als je denkt dat een duiveluitdrijving de oplossing is, moet je het doen. Maar ik heb er nooit in geloofd en pluk er dan ook niet de vruchten van.

Ik heb geen trauma’s overgehouden aan mijn duiveluitdrijving. Ik ben er niet van gestorven, maar ik ben ook nooit gelovig geworden. Ik zeg dat weleens hardop, tot ergernis van mijn mama. Het gekke is wel dat ik altijd bid als ik door omstandigheden in een kerk terechtkom. Dat klinkt ontzettend stom, maar ik kan het niet laten. Misschien geloof ik toch een beetje, maar zéker niet in de duivel (lacht).’

Tekst: Marijke Clabots

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '