Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© pexels.com

'Soms denk ik dat ik beter was gebleven'

Eva trouwde... en verliet haar man 2 weken later

De ene dag zeg je ‘ ja’ en schuift hij een ring om je vinger, één maand later is het sprookje al voorbij. Hoe kan het in godsnaam in geen tijd zo ver gekomen? 

De ochtend van ons huwelijk voelde ik me misselijk. Ik wílde hier niet zijn. Ik wilde mijn trouwjurk niet aantrekken, ik wilde niet naar beneden, naar de familie en vrienden die op me stonden te wachten. En bovenal wilde ik niet naar Jef, die over een paar uur mijn man zou zijn.

 

Ik had toen moeten zeggen dat ik het wilde afblazen. Ik had anderhalf jaar eerder, toen Jef me vroeg, moeten zeggen dat ik eigenlijk niet wilde trouwen. Tweeëntwintig was ik, toen ik Jef leerde kennen. Ik had net een relatiebreuk achter de rug, mijn relatie met Jef was eerder een vlucht om mijn eerste liefde te vergeten. Niet dat dat echt lukte, ik voelde aan alles dat Jef niet was zoals mijn ex. Wat ik voor hem had gevoeld, was zo intens en zo passioneel geweest, terwijl het voor Jef eerder kabbelende gevoelens waren.

 

Maar mijn ex had ook mijn hart gebroken door me te bedriegen – meteen ook de reden van onze breuk – dus had ik mezelf voorgenomen dat ik het anders zou gaan aanpakken. Geen passie meer, want daar verloor ik mezelf in. Een beetje verstand, dát had ik nodig. Dus toen Jef zijn interesse liet blijken, stemde ik toe in een etentje. Ook al was hij helemaal mijn type niet, ook al voelde ik geen enkele vlinder.

 

Hij was een lieve jongen. Rustig, beheerst, zacht. Nét wat ik nodig had. Het ging ook goed tussen Jef en mij. We maakten geen ruzie, hij was het altijd met me eens. In het begin vond ik het heerlijk, zo’n rustige relatie.

 

Maar na een tijd begon het te irriteren. Er was geen ruzie, maar er kwam ook geen initiatief van Jef. Als ik hem vroeg wat hij wilde doen, was zijn standaardantwoord: “Wat zou jij graag doen?” Hij ergerde me. Maar ik vond het eigenlijk verwend van mezelf. Hoe hard had ik niet gehuild om mijn ex? Moest ik niet net blij zijn met een jongen die me de wereld wilde geven?

 

Dus gingen we verder. Het stemmetje van onvrede dat ik hoorde, legde ik het zwijgen op met “het kan niet helemaal perfect zijn”.’

 

Cold feet, dát was het. Dat moest wel 

‘Drie jaar later. Oudejaarsavond met vrienden. Jef stond recht. Ik voelde me rood worden toen hij op één knie ging zitten. Te midden van al onze vrienden vroeg hij me ten huwelijk. Ik dacht zelfs niet na, zei gewoon ‘ja’. Het gebeurde gewoon, hij had me zo verrast met zijn vraag, al onze vrienden stonden erop te kijken, hoe had ik nee moeten zeggen? Het is alsof ik er niet meer over nadacht.

 

Op avonden met iets te veel drank dacht ik wel: ik moet hiermee stoppen, ik hou niet van deze man. Maar de volgende ochtend stak ik het op de drank en ging ik gewoon weer verder.

De week voor ons huwelijk had ik écht twijfels. Elke avond ging ik slapen met de gedachte dat ik de volgende ochtend écht met Jef zou praten. Dan nam ik me voor om het hele huwelijk af te blazen. Het zou meteen het einde van onze relatie betekenen, maar dat zou me wel lukken.

 

In het donker bedacht ik scenario’s van mijn toekomst. Ik zou een leuk, tof appartementje zoeken, tijd nemen om te bekomen, wat genieten van het vrijgezellenleven. In mijn avondlijke toekomstvoorspellingen zag het er allemaal goed uit, ik keek er zelfs naar uit. En toch stond ik ’s morgens op en zweeg ik. Ik kon het gewoon niet.

 

Ik wilde Jefs hart niet breken. Hij was een lieve man, die zo veel van me hield. Hij zou het niet begrijpen. Niemand zou het begrijpen. Inclusief ikzelf. Want Jef was écht een heel lieve, zorgzame man. So what dat er geen passie was. Ik hield mezelf voor dat het gewoon pre-huwelijksstress was. Cold feet.

 

Een vriendin vroeg me of ik geen twijfels had. Toen ik heel aarzelend – maar stiekem blij dat ik eindelijk over mijn angst voor de trouw kon vertellen – toegaf dat ik toch niet helemaal zeker was, zei ze euforisch dat het heel normaal was. “Da’s een héél goed teken! Ik twijfelde ook, en kijk naar ons, bijna zes jaar getrouwd!” straalde ze.

 

Ik wilde zo graag geloven dat ik over zes jaar ook zo euforisch zou zijn over mijn huwelijk. Ik wilde zo graag gewoon gelukkig zijn. Ik legde de twijfel over mijn huwelijk niet bij Jef, maar bij mezelf. Zou ik nooit blij zijn met wat ik had? Zou ik nooit de rust vinden in mijn leven? Ik was zo moe van het eeuwige getwijfel, van het me alsmaar afvragen of dit het nu was.’

 

Huwelijksreis zonder seks?

‘De ochtend van ons huwelijk was het alsof ik van op een afstandje naar mezelf keek. Ik voelde ergens wel de spanning toen de visagiste kwam en toen ik mezelf in mijn trouwjurk zag. Ik zag er zo mooi uit, sprookjesachtig haast. Heel even wilde ik geloven dat ik in een sprookje zat... Het wás een heel mooie dag. Al onze familie, al onze vrienden, iedereen was er. We dansten, we aten, we genoten. Ook ik.

 

De kater, die kwam de dagen na de trouw. Jef en ik zouden naar Venetië gaan op huwelijksreis, omdat het mij zo’n romantische stad leek. Het was alsof het met een ring om mijn vinger allemaal nog beklemmender voelde: hoe hij altijd naar mij keek om beslissingen te nemen. Hoe er van hem geen enkel initiatief kwam. Hoe weinig we elkaar te zeggen hadden als ik het woord niet voerde.

 

Onze huwelijksreis was een ontzettende anticlimax. En ook al hield ik mezelf voor dat het kwam omdat ik er te veel van had verwacht, stiekem wist ik dat het kwam doordat ik de fout van mijn leven had gemaakt. Jef wilde vrijen – dat hoort bij huwelijksreizen – terwijl mijn libido compleet op nul stond. Een keer liet ik hem begaan – ik kon toch niet heel de tijd nee zeggen? Erna viel ik huilend in slaap. Ik begreep het zelf niet goed: Jef was mijn man, vrijen hoort bij een relatie. Hoe kon het dan dat ik me zo vies voelde?

 

Het probleem was dat ik mijn twijfels niet meer kon wegduwen zoals ik dat voor ons trouwfeest wél kon. Toen we thuiskwamen van onze huwelijksreis en ik de sleutel in het slot stak, wist ik dat ik de fout van mijn leven had begaan.

Die avond, toen Jef sliep, ben ik beginnen te zoeken naar appartementen die te huur stonden. De volgende dag kon ik er eentje bezoeken, ik heb meteen het huurcontract getekend. Een paar weken later kon ik erin trekken. Het was officieel, ik had de knoop doorgehakt. Nu hoefde ik het alleen nog vertellen aan Jef en al de anderen...

 

We zaten te eten toen ik het gewoon zei: “Ik ga bij je weg.” In mijn hoofd had ik het gesprek al honderd keer gerepeteerd, ik had al tien keer gedacht: zeg het. Nu. Maar toch was het verschrikkelijk moeilijk.

 

Jefs gezicht... Hij had meteen door dat ik geen grap maakte. Hij begon meteen te huilen. Vroeg me waarom. Ik zei hem dat ik niet gelukkig was. Dat het me speet, zo erg speet. Dat ik hem niet had willen kwetsen, maar dat ik hem daardoor nog harder kwetste. Hij kwam naar me toen en omhelsde me al huilend. Hij bleef maar huilen. Het was verschrikkelijk. Ik heb me nooit in mijn leven zo slecht gevoeld over mezelf. Ik ben vertrokken met een tas met wat kleren erin.

 

Ik kon nog niet in mijn appartement, maar thuis kon ik niet blijven. Ik wist dat ik nog van gedachten zou veranderen als ik bleef: ik voelde me zo schuldig tegenover Jef...Ik ging naar mijn ouders, gooide daar het nieuws op tafel. Mijn moeder was “teleurgesteld” – heel typisch voor haar. Ze was gek op Jef, ze vond me een wispelturig, verwend nest. Mijn vader zweeg, maar ik zag dat hij verdrietig was. Mijn ouders waren elkaars eerste, hij begreep niet dat ik wegging. En dat na iets meer dan een week na ons trouwfeest...’ 

 

Al dat verdriet, en waarom?

‘Niemand begreep het. Zelfs niet wanneer ik het uitlegde. Als ik hen vertelde over de twijfels die er eigenlijk al van in het begin waren, vroegen ze allemaal, zonder uitzondering: “Maar waarom ben je dan getrouwd?” Ik zag dat ze me een kreng vonden, omdat ik Jef – die zo oprecht van me hield – zo veel verdriet had gedaan. Ik kon hen geen ongelijk geven.

 

Ik kon mezelf ook voor mijn kop slaan. Waarom was ik niet gewoon van in het begin eerlijk geweest? We zijn nu twee jaar verder, en ik heb nog altijd spijt van toen. Mijn leven is veranderd, en niet ten goede.

 

Ik zou willen dat ik kon zeggen dat ik intussen oprecht gelukkig ben geworden. Dan was al dat verdriet toch niet voor niets geweest. Maar dat is niet zo. Ik ben single, en niet die van de happy soort...Soms denk ik zelfs dat ik beter was gebleven. Jef was echt lief.

 

En op zulke momenten haat ik mezelf. Ik heb zijn leven kapotgemaakt door mijn wispelturigheid, via vrienden hoor ik dat hij nog altijd niet over onze breuk heen is. We hebben geen contact meer, dat is zijn keuze. Het doet hem te veel pijn om me te zien. Ik heb zijn leven kapotgemaakt en dan ga ik nog een beetje mijmeren over terug naar toen.

 

Nee, ik vind mezelf geen fijn mens. En zolang ik zo denk, blijf ik ver weg van een relatie. Ik ben dan misschien ongelukkig in mijn eentje, maar op dit moment vind ik dat ik niet beter verdien.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '