Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Doodsbang was ik. Ik deed mijn autodeuren op slot en probeerde z’n nummerplaat te onthouden.'

Donna (24) werd het slachtoffer van verkeersagressie

De redactie

Iedereen is wel eens gefrustreerd in het verkeer, maar sommige mensen hebben wel héél weinig geduld. Zware verkeersagressie met geweld komt gelukkig niet zo vaak voor. Bedreigingen en agressief rijden wél, zoals Donna aan den lijve ondervond.


‘Vroeger woonde ik op het platteland en toen maakte ik nooit verkeersagressie mee. Maar sinds ik in Antwerpen woon, is het bijna dagelijkse kost. Als ik het nog maar waag om op de linkerrijstrook te rijden om iemand in te halen, krijg ik steevast te maken met mensen die bumperkleven en met hun lichten flikkeren. Waarom begrijp ik niet, want ze weten goed genoeg dat ik niet meteen naar rechts kan en vaak rijdt er ook nog iemand vlak voor mij, dus ik kan ook niet sneller rijden. Maar toch gedragen ze zich alsof ik de ergste fout ooit heb gemaakt.’

Ik zag dat hij op zijn gsm bezig was en totaal niet naar de weg keek.


‘Op een avond reed ik in het centrum van Antwerpen naar huis na een etentje. Het was ongeveer tien uur en er waren niet zo veel auto’s meer. Ik reed op de rechterrijstrook toen een BMW naast mij plots gevaarlijk dicht mijn kant op reed. Ik schrok en remde heel hard. De bestuurder kon nog net op tijd naar links draaien. Even later reed ik opnieuw naast hem. Ik zag dat hij op zijn gsm bezig was en totaal niet naar de weg keek. Ik werd boos, probeerde hem duidelijk te maken dat hij op de weg moest letten en ik gebruikte een teken om hem erop te wijzen dat hij gek was. Achteraf gezien was dat niet slim van mij, want dat maakte hem helemaal kwaad.’

Klemgereden


‘Eerst begon hij heel dicht achter mij te rijden en met zijn lichten te flikkeren. Ik negeerde hem, omdat ik besefte dat het slecht zou kunnen aflopen. Maar dat leek hem nog kwader te maken, want hij kwam plots voor me rijden. Verschillende keren remde hij zo bruusk dat ik zelf alle moeite van de wereld moest doen om niet tegen hem te botsen. Het scheelde echt maar een paar centimeters of ik had een ongeluk. Ik was doodsbang. Ik deed mijn autodeuren op slot en probeerde z’n nummerplaat te onthouden. Maar verder probeerde ik hem te negeren, ik wilde het niet nóg erger maken.’

Ik wachtte bang af, maar toen kwam hij plots schuin voor me staan, waardoor ik nergens naartoe kon.


‘Toen we aan het volgende kruispunt kwamen, moest ik stoppen voor het rood licht. Ik besefte dat de man nu naast me zou komen rijden en misschien zelfs zou uitstappen. Ik wachtte bang af, maar toen kwam hij plots schuin voor me staan, waardoor ik nergens naartoe kon. Hij opende z’n ruit en vroeg wat mijn probleem was. Ik dacht niet na en antwoordde dat hij niet op de weg lette en te veel met zijn gsm bezig was. Hij begon me meteen de huid vol te schelden, maar intussen was er gelukkig een auto achter mij komen staan.’

Niet elke dag bang


‘Ik merkte dat de bestuurder van de BMW aanstalten maakte om uit zijn auto te stappen, maar toen hij de andere wagen zag, besloot hij om het toch niet te doen. Ik was toen zo opgelucht, wie weet wat er anders had kunnen gebeuren. Toen het licht op groen sprong, vertrok hij met gierende banden. Ik bleef staan, en kon niet stoppen met beven. Ik probeerde te kalmeren en me te concentreren op de weg. Langzaam reed ik weg, ik was bang dat ik hem anders weer zou tegenkomen. Heel de weg naar huis keek ik in m’n spiegels om zeker te zijn dat hij me niet zou achtervolgen. Ik had zo veel schrik dat hij gewoon wachtte tot ik zou uitstappen en me iets zou aandoen. Gelukkig kwam ik veilig thuis, maar ik was er echt niet goed van. Uiteindelijk heb ik geen klacht ingediend omdat ik me afvroeg of het wel iets zou uitmaken. Er waren immers geen getuigen. Mocht ik nu nog eens zoiets meemaken, zou ik niet meer reageren en zeker niet op een uitdagende manier. Maar op zich let ik nu niet harder op in het verkeer, ik wil niet elke dag bang zijn.’


Wat als je te maken krijgt met verkeersagressie?


Ludo Kluppels, verkeerspsycholoog bij het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, geeft tips.

Ga niet in op provocaties, dan kan het alleen maar erger worden omdat de persoon in kwestie nog kwader wordt.

Hoe vaak komt verkeersagressie voor?


‘Dat is moeilijk om te weten omdat het gerecht die gegevens niet apart bewaart. Ze worden geklasseerd onder bedreigingen of opzettelijke slagen en verwondingen. Uit vroegere enquêtes weten we wel dat veel mensen zelf aangeven dat ze soms met agressieve bestuurders te maken krijgen, en dat het vooral mannen zijn die agressief zijn.’

Welke vormen zijn dan strafbaar?


Er zijn drie vormen die strafbaar zijn.

– Als iemand je bedreigt, of het nu met woorden of met bedreigende tekens is.

– Als er schade is aan je auto of fiets.

– Als je lichamelijke schade hebt.

Wat moet je doen als het je overkomt?

  1. Ga niet in op provocaties. Als je wel reageert, kan het alleen maar erger worden omdat de persoon in kwestie dan nog kwader wordt. Laat hem gewoon afkoelen.
  2. Als het blijft duren, kan je eventueel sorry zeggen of duidelijk maken met tekens dat je je wil verontschuldigen. Ook al weet je niet wat je gedaan hebt, kan dat toch belangrijk zijn. Vaak beseffen mensen niet dat ze iets verkeerd gedaan hebben waardoor anderen gehinderd werden.

    3. Verander je rijgedrag niet. Ga niet plots sneller of trager rijden en sla ook niet op de vlucht.
  3. Blijf zoveel mogelijk in de buurt van veel mensen, zodat er altijd getuigen zijn.
  4. Als iemand uitstapt en naar je toekomt, stap dan zelf niet uit. Blijf zitten, blijf rustig, schrijf de nummerplaat op en ook hoe de persoon eruitziet.
  5. Aarzel niet om later een klacht in te dienen. Veel mensen laten het zo omdat ze geen schade hebben, maar ook bedreigingen zijn strafbaar. Ga dus zeker naar de politie.

Waarom wordt iemand agressief in het verkeer?


‘De meeste mensen die wij begeleiden nadat ze veroordeeld zijn, hebben te veel last van stress door andere dingen in hun leven. En dan kan de kleinste ergernis in het verkeer de druppel zijn. Een auto die zonder te pinken voor hen schiet, of iemand die te traag rijdt op het middenvak. Op dat moment verliezen ze zichzelf compleet in hun woede, maar achteraf, als ze gekalmeerd zijn, schrikken ze enorm van hun gedrag.

Een andere, kleinere groep voelt zich gewoon beter dan de rest en denkt dat ze dus veel beter kunnen rijden dan alle andere bestuurders. Ze vinden dat fietsers niet op straat zouden mogen en dat het rijbewijs van oudere mensen afgepakt moet worden. Het is altijd de fout van een ander. Die groep is dan ook moeilijker te behandelen.’

Tekst: Chaima Saysay

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '