Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

‘De beschutte werkplaats was niet mijn droomjob, maar ik vond geen ander werk.’

Charlotte (24) en haar mama Sandra (46) vertellen hoe het is om als doof duo door het leven te gaan

De redactie

Charlotte (24) is zwaar slechthorend aan het ene oor en bijna volledig doof aan het andere. Haar mama Sandra (46) werd doof geboren.

Charlotte: ‘Ik werd geboren met een gehoorverlies van tien procent en was nog geen jaar oud toen mijn gehoor drastisch achteruitging. Vandaag ben ik niet volledig doof, al ben ik wel zwaar slechthorend en bijna doof aan mijn rechteroor. In mijn gezin is gebarentaal de voertaal, want ook mijn ouders zijn doof en mijn twee broers zijn slechthorend.’

Sandra: ‘Het zit in de familie, want ook mijn vader, moeder en zus zijn doof. Waarom we doof zijn, hebben we nooit laten onderzoeken. Ik vind het niet nodig om de oorzaak te weten. Toen mijn man en ik kinderen kregen, maakte het niet uit of ze doof of horend waren, zolang ze maar gezond ter wereld kwamen.’

Ik kan ook muziek beluisteren, al weet ik niet wat er exact wordt gezongen (lacht).

Charlotte: ‘Mijn gehoor verslechtert met de jaren. Onlangs liet ik nog een audiogram maken. Volgens mijn audioloog zal het beetje bij beetje verminderen. Ik draag wel een hoorapparaat, waardoor ik in staat ben om stemmen te horen en woorden te verstaan. Ik kan ook muziek beluisteren, al weet ik niet wat er exact wordt gezongen (lacht). Hoewel ik kan spreken, gebruik ik vooral gebaren om te communiceren, en niet mijn stem.’

Sandra: ‘Ik draag al sinds mijn twaalfde geen hoorapparaat meer, want ik had veel last van oorontstekingen. Bovendien heeft zo’n apparaat weinig effect omdat ik volledig doof werd geboren. Charlotte kan goed communiceren met horende mensen, maar ik heb de grammatica en zinsbouw niet onder de knie. Ik ken ook geen moeilijke woorden. Dat vind ik jammer, al heb ik het intussen aanvaard.’

Beschutte werkplaats

Charlotte: ‘Sommigen vinden dat ze beperkt worden omdat ze doof en/of slechthorend zijn. Ja, we hebben het in bepaalde situaties lastiger. Maar waar een wil is, is een weg, al geef ik toe dat niet alles vanzelfsprekend is. Tot het vijfde leerjaar ging ik naar een dovenschool en daarna schakelde ik over naar het gewone onderwijs. Wanneer er tijdens de les geen gebarentolk aanwezig was, kon ik meestal niet volgen. Ik moest harder werken dan mijn horende klasgenoten om de leerstof te verwerken.’

Ik wilde graag zo zelfstandig mogelijk zijn en droomde van een job bij een normaal bedrijf, maar tijdens sollicitaties kreeg ik vaak het deksel op de neus.

Sandra: ‘Tot mijn achttiende ging ik naar een dovenschool en had ik bijna alleen contact met andere doven. Er waren destijds geen gebarentolken die we konden inschakelen. Ik wilde graag zo zelfstandig mogelijk zijn en droomde van een job bij een normaal bedrijf, maar tijdens sollicitaties kreeg ik vaak het deksel op de neus. Daarom begon ik noodgedwongen te werken bij een beschutte werkplaats, specifiek voor mensen met een beperking. Dat was allesbehalve mijn droomjob, maar ik had geen keuze.’

Tijdens mijn zoektocht vermeldde ik op mijn cv dat ik slechthorend en bijna doof ben, maar ik merkte dat ik maar weinig reactie kreeg.

Charlotte: ‘Ik heb geprobeerd om hoger onderwijs te volgen. Ik wilde leerkracht worden en deed stage in een dovenschool, maar ik stopte met mijn studies omdat het té intensief was. Vervolgens schreef ik me in bij de VDAB, waar een medewerker over het UCBO begon, voor mensen met een arbeidshandicap. Ik had wel interesse, maar dan moet je eerst stage volgen en krijg je dus geen wedde. Horende mensen hebben het op dat vlak veel makkelijker. Ze kunnen meestal onmiddellijk aan de slag, zelfs zonder stageperiode. Ik heb uiteindelijk op zelfstandige basis werk gezocht. Tijdens mijn zoektocht vermeldde ik op mijn cv dat ik slechthorend en bijna doof ben, maar ik merkte dat ik maar weinig reactie kreeg. Een vriendin gaf me de raad om dat niet te doen, en plots mocht ik wel op gesprek. Jammer, want eigenlijk werd ik op basis van mijn doofheid meteen afgeschreven. Nu werk ik als winkelmedewerker. Mijn werkgever en collega’s houden rekening met mijn situatie en respecteren wie ik ben.’

Niet thuis in de horende wereld

Charlotte: ‘Het gebeurt weleens dat mensen vreemd reageren wanneer ze ontdekken dat we doof zijn. Sommigen stellen domme vragen, zoals Kan jij autorijden? Vroeger werden we ook aangestaard, maar tegenwoordig gebeurt dat minder. Dat gevoel heb ik toch, of misschien verstoppen ze het beter (lacht).’

Sandra: ‘Ik begrijp wel waarom mensen zo reageren. Het is dan ook geen zichtbare beperking.’

Charlotte: ‘Soms weten ze niet hoe ze ermee moeten omgaan of passen ze zich niet aan als ik vraag om trager en duidelijker te spreken. Het gebeurt zelfs dat ze wegkijken tijdens een gesprek, maar dan ben ik de draad kwijt. We communiceren dan wel met gebaren en onze mimiek, maar gebruiken vooral onze ogen om de andere partij te verstaan.’

Maar als er geen tolk in de buurt is, vinden we wel een andere manier om ons duidelijk te maken, desnoods schrijf ik mijn vraag op.

Sandra: ‘Als ik met iemand een gesprek wil voeren, moet dat sowieso met een gebarentolk, zelfs voor een afspraak bij de dokter. Gelukkig zijn er afstandstolken, die het gesprek via een beeldscherm en telefoon vertalen. Maar als er geen tolk in de buurt is, vinden we wel een andere manier om ons duidelijk te maken, desnoods schrijf ik mijn vraag op. Het is vooral een kwestie van durven en doen. Maar eerlijk gezegd voel ik me niet thuis in de horende wereld. Ik ben niet op mijn gemak als ik als enige dove vertoef in het gezelschap van horende mensen. Voor mij is zelfs een 1-op-1-gesprek een uitdaging.’

Voor eens en altijd: dove mensen zijn niet dom.

Gebarentaal = volwaardige taal

Charlotte: ‘Er zijn nog veel vooroordelen over dove mensen. Men denkt soms ten onrechte dat gebarentaal geen volwaardige taal is en dat doven niet kunnen praten. Wanneer ik tegen onbekenden zeg dat ik bijna doof ben, zijn ze meestal verbaasd omdat ik zo mooi praat. Ik heb jarenlang logopedie gevolgd om mijn spraak zo goed mogelijk te ontwikkelen.’

Sandra: ‘Ik heb een grondige hekel aan de term doofstom. Voor eens en altijd: dove mensen zijn niet dom. We hebben evenveel capaciteiten als iemand anders!’

Tekst: Marijke Clabots

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '