Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Zelfs nu als mijn vaste shift erop zit, meld ik me vaak aan als vrijwilliger. Mensen verzorgen is gewoon mijn passie, mijn leven.’

Ashley is al 12 jaar ambulancier: ‘Mijn omgeving begrijpt het niet altijd, maar iemand moet het doen.’

Levens redden. Een job die veel voldoening geeft, maar emotioneel ook heel zwaar kan zijn. Ashley is al 12 jaar ambulancier: ‘Mijn omgeving begrijpt het niet altijd, maar voor mij is het simpel: iemand moet het doen.’


‘Een ex-vriend heeft me ooit voor de keuze gezet: “Onze relatie of je job.” Ik heb hem meteen gewaarschuwd dat hij het onderspit zou delven. De ambulance is mijn roeping. Daar moet zowat alles voor wijken. Toen ik vijf jaar was, reed ik met mijn fietsje al elke ziekenwagen en brandweerauto achterna. En als ik op het nieuws een sirene hoorde, moest het hele gezin muisstil zijn. Ik wilde weten wat er gebeurd was. Op mijn achttiende ben ik brandweervrouw geworden, op mijn vijfentwintigste ambulancier. Zelfs nu als mijn vaste shift erop zit, meld ik me vaak aan als vrijwilliger. Mensen verzorgen is gewoon mijn passie, mijn leven.’

Geen heldin


‘Een heldin ben ik niet en ik zie mezelf ook niet noodzakelijk als iemand die levens redt. Het is gewoon een deel van mijn job. Of beter: iets wat in mijn natuur zit. Er is niets wat me meer voldoening geeft dan mensen kunnen helpen en iets bijdragen aan de maatschappij. Het vult mijn hart met warmte en geluk als er bijvoorbeeld op een doordeweekse dag een vrouw me in het midden van de straat om de nek vliegt. “Ik zocht je al meer dan een jaar. Zonder jou zou ik hier niet staan. Ik wil je uit de grond van mijn hart bedanken om mijn leven te redden.” Dan besef je dat je niet zo’n normale job hebt, maar echt iets nuttigs doet. Voor die vrouw heb ik iets bijzonders betekend. Natuurlijk geeft dat een onbeschrijflijk gevoel. En dan ben je best wel trots op jezelf en je collega’s.’

Ik zie mezelf niet noodzakelijk als iemand die levens redt. Het is gewoon een deel van mijn job.


‘Een ander onvergetelijk moment was toen we bij een huisbrand vijf jonge kinderen uit de woning redden. Hoewel je in eerste instantie focust op de job, veiligheid en het aanpakken van de situatie, is het maar menselijk dat je achteraf een golf van emoties ervaart. Dan ben ik degene die de kindjes wil vasthouden, ze wil troosten tot ze weer naar hun ouders kunnen. Ik ben een echte moederkloek dan. Helaas heeft niet elk verhaal zo’n happy end. Als ambulancier moet je ook leren omgaan met verlies. Ik ben ooit een collega-brandweerman moeten gaan halen. De jongen had zichzelf van het leven beroofd. De dag voordien was ik hem nog tegengekomen op de fiets.’

Het is belangrijk om goeie collega’s te hebben, bij wie je je hart kan luchten en van wie je weet dat ze je begrijpen.


‘Had ik geweten wat er in hem omging, had ik misschien een verschil kunnen maken. Als je hem de dag daarna van een touw moet gaan halen, laat je dat moeilijk los in het begin. Ik ken collega’s die er de brui aan gaven omdat ze te erg waren geraakt door een sterfgeval of de ernst van een ongeval. Ook ik word weleens overmand door emoties. Dan is het belangrijk om goeie collega’s te hebben, bij wie je je hart kan luchten en van wie je weet dat ze je begrijpen. Mijn collega Joris haalt me er telkens door en geeft me de moed om weer verder te gaan. Ook toen we naar de aanslag in Zaventem reden, sprak hij me moed in, en wees hij me op mijn eigen veiligheid.’

Menselijk en liefdevol


‘Zo zal ik nooit vergeten dat ik werd opgeroepen bij een zelfdoding. Het zoontje van het slachtoffer, vijf jaar oud, had zijn vader gezien. Toen ik buitenkwam, liep hij met een grote glimlach op me af: “Heb je mijn papa kunnen redden?” De tranen rolden over mijn wangen. “Neen, jongen, we hebben alles gedaan, maar het is niet gelukt.” Het jongetje zei: “Was het door dat touwtje rond zijn nek?” Hou het dan nog maar eens droog als ambulancier.’

Normaal mogen er geen dieren in de ambulance, maar je weet dat het de laatste rit van die man is. Als je dan zijn hond op hem ziet springen, komen bij mij ook de tranen.


‘Ik heb hem opgepakt en ben met hem naar buiten gegaan. Er stond die nacht één sterretje aan de hemel, alsof het zo moest zijn. Daar heb ik naar gewezen en gezegd: “Kijk, dat is jouw papa. Hij zal er altijd voor je zijn en op je toekijken.” Zulke situaties laten je niet zomaar los. De job is niet iedereen gegeven. Een vader van drieëndertig, die na twee jaar de strijd tegen kanker verloor, vroeg in de ambulance zachtjes om zijn hond. Normaal mogen er geen dieren in de ambulance, maar je weet dat het de laatste rit van die man is. Als je dan zijn hond op hem ziet springen, komen bij mij ook de tranen. En dan ben ik trots dat ik een job met zo veel menselijkheid uitoefen. Liefdevol zijn wanneer nodig, maar ook monding en sterk zijn bij agressie.’

Van begin tot einde


‘Voor mij eindigt mijn job niet wanneer wij de brancard uit onze ziekenwagen rollen. Bij het volgende bezoek aan de spoedafdeling zal ik altijd om een update vragen. Als slachtoffers het niet halen en ik hen ken uit de buurt, ga ik ook langs bij de nabestaanden met een bloemetje. Tenslotte heeft hun geliefde zijn laatste momenten met mij en mijn team doorgebracht. Dan wil ik hen een hart onder de riem steken, een luisterend oor bieden en laten weten dat we er echt alles aan gedaan hebben om hun familielid te redden. Het mooiste compliment is als mensen dan antwoorden dat ze weten dat ik er altijd alles aan zal doen om te redden wat er te redden valt. Zo sta ik in mijn gemeente bekend, en daar ben ik trots op.

Zolang je weet dat je altijd je best doet en je 100 % voor elk slachtoffer vecht, hoef je jezelf ook nooit iets te verwijten.


‘Ze zijn blij als ik met de ambulance arriveer omdat ze weten dat ik me voor elke case volledig zal smijten. Voor mij is dat vanzelfsprekend. Ik zou dat ook verwachten van een andere ambulancier als die een familielid van mij zou moeten ophalen. Hou bange mensen hun hand vast, stel peuters gerust met een knuffelbeer, leg een zwaar gekwetst slachtoffer een hand op de schouder, zodat ze voelen dat er iemand bij hen is die hen steunt. Zolang je weet dat je altijd je best doet en je 100 % voor elk slachtoffer vecht, hoef je jezelf ook nooit iets te verwijten.’

Die dag in Zaventem


‘Hoewel we vaker met een happy end dan met een drama eindigen, en voor mij bijvoorbeeld een baby op de wereld zetten al mijn zorgen weer wegneemt, komen we regelmatig terecht in situaties die niet zo normaal zijn. Ik herinner mij nog perfect de aanslag in Zaventem. Terwijl ik van een bevriende stewardess een berichtje kreeg dat ze net aan het drama was ontsnapt en zo snel mogelijk naar huis aan het rijden was, antwoordde ik: “Meid, ik ben net op weg naar daar.”‘

Zelfs bij situaties zoals de aanslag in Zaventem is het voor mij een geschenk dat ik de persoon mag zijn die slachtoffers de best mogelijke verzorging probeert te bieden.


‘Mijn omgeving begrijpt dat niet altijd, ze zijn dikwijls bezorgd, maar voor mij is het simpel: iemand moet het doen. Als je daar zelf zou liggen, gewond en in paniek, zou je ook willen dat er iemand komt om je een hart onder de riem te steken en je de best mogelijk verzorging te bieden. Voor mij is het een geschenk dat ik die persoon mag zijn. Dus nee, ook in het midden van de nacht opgeroepen worden, is absoluut geen straf.’

Allergisch aan filmen


‘Het enige waar ik in onze job echt moeite mee heb, is de toenemende agressie in de maatschappij. Zelfs in de functie als ambulancier gebeurt het dat mensen ons aanvallen, ons achterna zitten met een mes, ons de huid volschelden. Dan probeer ik hen duidelijk te maken dat wij net daar zijn om hen te helpen en dat wij geen oordeel vellen. Nee, waar ik nog allergischer aan ben, is al dat filmen met die smartphones van tegenwoordig.’

Het enige waar ik in onze job echt moeite mee heb, is de toenemende agressie in de maatschappij. Zelfs in de functie als ambulancier gebeurt het dat mensen ons aanvallen.


‘Zo kwamen we een tijdje geleden bij een man die gekneld zat in zijn vrachtwagen. Tientallen mensen stonden rondom hem, te filmen. Maar niet één had de tact om die man te gaan steunen tot er hulp was, terwijl de doodsangst in zijn ogen stond. Toen ben ik uit mijn sloffen geschoten: “Jullie moesten je schamen. Niet een van jullie heeft de goedheid gehad om bij die man te gaan zitten en hem mentale steun te bieden. Het enige wat jullie in de plaats daarvan konden bedenken, was je smartphone nemen en die man filmen. Dat moet jij je nu eens inbeelden: dat je daar klem zit, niet wetende of je heelhuids uit dat wrak zal raken, en als je dan opzij kijkt, staan mensen je leed gewoon te filmen alsof het entertainment is.” Niet een van hen had als eerste reflex om die man te helpen. Dat begrijp ik niet. Mensen helpen zit in mijn bloed, mijn hart, mijn nieren. Ik hoop dat ik dat ook bij andere mensen kan aanwakkeren. Het is niet te beschrijven hoeveel ik van mijn job hou. Ik sta ermee op en ga ermee slapen.’ 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '