Doe jij het geen twee keer per week? Niet erg: je vriendinnen, collega’s, zussen en buren waarschijnlijk ook niet. Redactrice Annelies ging eens polsen bij haar omgeving én de seksuoloog.
1 keer per week. Zo vaak doen we het volgens recent onderzoek van Sensoa. Waarschijnlijk klonk er bij het vrijgeven van dat cijfer een zucht van verlichting in heel wat huishoudens. Tot voor kort waren de statistieken het er immers over eens: twee keer per week, zelfs nog ietsje meer, zo vaak had de gemiddelde Vlaming seks. En dat cijfer zorgde voor heel wat frustratie en schuldgevoelens.
Zal ik alvast bekennen? Ik doe het geen twee keer punt een beetje per week. Zélfs niet als je het gemiddelde neemt, en nee, zélfs niet als je de vakanties en weekendjes uit meetelt waarin we ons er met veel enthousiasme op toeleggen om ons erbarmelijke gemiddelde omhoog te krikken.
Het is niet altijd zo geweest. Ooit, in een verleden nog niet eens zo heel erg lang geleden, gaf dat ideale gemiddelde van twee keer per week mij allerminst het gevoel dat ik tekortschoot. Twee keer per week? Easy! Vaker als het kon. Wat is er dan veranderd? Vind ik mijn lief niet meer aantrekkelijk? Toch wel. Vooral wanneer hij ’s ochtends zo schattig verkreukeld uit bed komt. Maar toch leidt dat bij ons niet steevast tot een potje ochtendseks. En mijn kinderen de schuld geven, kan ook niet meer, want die slapen ondertussen al enkele jaren netjes zoals het hoort door.
Gebrek aan goesting? Ook niet, want al te vaak is de zin er om zeven uur ’s avonds – als we nog relatief rustig aan tafel zitten – wél, om dan een paar uur later, als de kinderen in bed liggen, de afwas gebeurd is, de yogales achter de rug en de opgenomen aflevering Homeland bekeken, compleet verdwenen en vergeten te zijn. En dan gebeurt er dus niets meer in de slaapkamer, behalve slapen...
Is dat een probleem? En zo ja, hoe los je dat dan op? Ontdek het in Flair!
