Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Sanne Kaelen

Psychologe Sanne (32) werkt voor Artsen Zonder Grenzen en vangt momenteel zorgverleners op in ons land.

‘Zorgkundigen die nu onvoldoende aandacht krijgen, kunnen in een depressie of burn-out belanden’

Jolien Meremans
Jolien Meremans Webjournalist


Samen sterk, het is een slogan die tijdens deze moeilijke tijden niet meer uit het straatbeeld weg te denken is. En het is mede dankzij het zorgpersoneel dat we samen sterk kúnnen blijven. Omdat we zo hard opkijken naar alle verpleegkundigen, spoedartsen, thuishulpen,… willen wij hen graag in de kijker zetten. Dat doen we door de heldhaftige ervaringen van onze coronahelden te delen.


Psychologe Sanne (32) werkt voor Artsen Zonder Grenzen en is haar job momenteel niet in Congo, maar wel in Brussel aan het uitoefenen. Ze stapte uit haar comfortzone en steekt er verpleegkundigen en andere zorgverleners een hart onder de riem. Ze vertelt waarom dat zo belangrijk is en legt uit hoe we ook zelf iemand op de juiste manier kunnen helpen.



Sanne, jij moest normaal gezien nu in Congo aan het werk zijn, niet?

‘Klopt, maar daar besliste het coronavirus helaas anders over. Mijn koffers stonden klaar en ik had al van iedereen afscheid genomen toen ik vernam dat we niet mochten vertrekken richting Afrika. Ik zou daar als psychologe een nationaal team opleiden om slachtoffers van seksueel geweld op te vangen. Als psychologe bij Artsen Zonder Grenzen is het mijn taak om vooral mensen in het buitenland te helpen, maar dat lukt momenteel helaas niet.’

Voel je je dan ergens misschien schuldig tegenover de patiënten die daar nu zonder jouw hulp verder moeten?

‘Schuldig is een groot woord, maar in zekere zin wel, ja. Niet alleen tegenover de mensen die ik normaal gezien moest helpen, maar ook tegenover de andere hulpverleners die het nu met een pak minder werkkrachten moeten zien te redden. Gelukkig kan ik hier nu ook iets betekenen.’

In tegenstelling tot in de meeste ziekenhuizen, kunnen werknemers in woonzorgcentra geen beroep doen op psychosociale opvang in huis.


Was het voor jou een evidentie om hier de handen dan maar uit de mouwen te steken?

‘Veel tijd om daarover na te denken, had ik niet. Het was een vrij urgente situatie, dus ik heb meteen toegezegd. De dag nadat ik vernam dat ik niet richting Congo kon vertrekken, stond ik al in Brussel om daar psychologische hulp aan te bieden.’

Wat houdt jouw taak hier juist in?

‘Bij Artsen Zonder Grenzen merkten we al snel op dat niet alleen coronapatiënten en inwoners van woonzorgcentra, maar ook hulpverleners het mentaal heel zwaar hebben. Vooral de psychologische noden van verpleegkundigen in woonzorgcentra zijn enorm hoog. In tegenstelling tot in de meeste ziekenhuizen, kunnen werknemers daar geen beroep doen op psychosociale opvang in huis. Ze zijn op zichzelf en hun collega’s aangewezen en dat maakt het voor hen mentaal natuurlijk extra zwaar. Wij zijn er om hen op te vangen en vrijblijvend te praten als ze het moeilijk hebben.’

Waar hebben zij het nu lastig mee?

‘Ze werken met kwetsbare mensen, de risicogroep. Ze gingen van start met onvoldoende materiaal, kennis en ondersteuning. Velen zijn ziek gevallen en de werkdruk is ontzettend groot. Het is heel normaal dat zij overvallen worden door angstgevoelens, stress, verdriet, schuldgevoel en onmacht. En dan proberen ze tegelijkertijd ook de bewoners op te vangen die dezelfde emoties hebben en die ze mentaal achteruit zien gaan. In België werden alle ogen eerst op de ziekenhuizen en niet op de woonzorgcentra gericht. Die werknemers voelen zich in de steek gelaten en moeten daarnaast nog eens leven met de gedachte dat ze misschien wel een aantal ouderen besmet zouden kunnen hebben. Ze hebben ontzettend veel emoties om te dragen, om dan nog maar te zwijgen over het verlies dat ze nu moeten zien te verwerken.’

Heel veel bewoners sterven nu alleen en het personeel heeft misschien zelfs niet de kans gekregen om afscheid van hen te nemen.


Werknemers in woonzorgcentra krijgen sowieso regelmatig met sterfgevallen te maken. Waarom is het voor hen nu moeilijker om daarmee om te gaan?

‘Er sterven uiteraard altijd mensen in woonzorgcentra, maar niet op zo’n korte tijd. We spreken soms van rond de twintig doden op amper twee weken tijd. Ook de omstandigheden maken er het rouwproces voor de zorgverleners niet makkelijker op. Als je palliatieve zorgen kan opstarten en weet dat de mensen op een waardige manier afscheid kunnen nemen van hun familie, is het veel makkelijker om er vrede mee te nemen dan onder de huidige omstandigheden. Er zijn bewoners die nu alleen sterven, zelfs het personeel mocht niet bij hen zijn of afscheid nemen. Daar hebben ze het heel moeilijk mee. Ze kennen vaak zelf deze bewoners al lange tijd en hebben een hechte band. Ze hebben het gevoel een machteloze toeschouwer te zijn.’

Bestaat de kans dat zij in een burn-out terechtkomen of trauma’s oplopen als ze nu niet voldoende ondersteund worden?

‘Die kans bestaat. Daarom zetten wij heel hard in op preventie. Als we nu niet voldoende aandacht voor hen hebben, kan een burn-out of depressie op de loer liggen. Maar door nu preventieve en laagdrempelige psychologische ondersteuning aan te bieden, kunnen we dat risico verlagen.’

Ik ben ervan overtuigd dat niet iedereen een psycholoog nodig heeft om geholpen te worden.


Is het belangrijk om hen ook na de coronacrisis te blijven opvolgen?

‘Ja, ze leven momenteel voornamelijk op adrenaline, waardoor ze te weinig stilstaan bij hun emoties. Als ze nu te weinig rust nemen en niet voor zichzelf zorgen, zal de klop binnenkort des te groter zijn. Ze zullen het pas echt moeilijk krijgen wanneer de crisis is gaan liggen. Werken in de zorg stopt nooit. Toch zouden ze een adempauze moeten kunnen krijgen, om alles te verwerken en de batterijen te kunnen opladen.’

Wat kunnen wij zelf doen om hen te helpen als we merken dat ze het moeilijk hebben?

Ik ben ervan overtuigd dat niet iedereen een psycholoog nodig heeft om geholpen te worden en dat de omgeving een heel grote positieve invloed kan hebben op het welzijn van iemand die in de zorg werkt. Je kan heel veel betekenen door te luisteren en begrip op te brengen voor de situatie. Dat laatste is voor iemand die niet vertrouwd is met de zorgsector vaak heel moeilijk. Probeer oprecht te luisteren en hen een safe haven te bieden waar ze kunnen ventileren. Laat hen niet alleen. Zorgverleners vragen niet snel zelf om hulp, bied dat dus spontaan aan. Hulp zit nu vaak in de kleine dingen. Hen verrassen met een kaartje of een boodschappentas vol lekkers kan wonderen doen.’

Als ik het goed begrijp, is het dus belangrijk om de hulp zo laagdrempelig mogelijk te maken.

‘Absoluut, dat was trouwens altijd al het geval, maar wordt nu nog maar eens duidelijk. De emotionele impact op onze zorgverleners, hun verhalen, dat raakt mij. Het is ook voor Artsen Zonder Grenzen confronterend om opeens in eigen land hulp aan te bieden, want dat wil zeggen dat het hier wel degelijk niet zo goed gaat. En als je je bedenkt dat we zelfs hier helpen, dan kan je je wel inbeelden dat de noden in andere landen eens zo groot zijn. Ik hoop dat we daar ook snel een antwoord op kunnen bieden.’

Meer helden:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '