1. Hou rekening met je haartype

Golvend en krullend haar kan veel hebben wat thuis-knippen betreft. Door het volume vallen foutjes niet zo snel op. Stijl haar? Not so much. Als je daar de mist in gaat, zie je het meteen. Oppassen dus!

2. Partner in crime

Aan gevaarlijke missies begin je niet alleen. Schakel je beste vriendin in om een oogje in het zeil te houden. Je haar achteraan knippen, je pony bijwerken of een kaarsrechte bob?  Assistentie is broodnodig!

3. Goed materiaal

Oké, tijd voor het echte werk. Gebruik een goede schaar om je haar bij te knippen. Daarmee bedoelen we niet de usual huis-, tuin- en keukenschaar. Nee, ga op zoek naar een schaar die echt bedoeld is om haar te knippen. Die zijn vaak scherper dan gewone scharen, en daarom beter voor je haar. Goedkope -en ook prima- kappersscharen vind je bij de drogist.

4. Knip je haar wanneer het droog is

Ook al meegemaakt dat die pony véél korter is wanneer hij opgedroogd is? Om zo'n toestanden te vermijden, knip je je haar best wanneer het droog is. Dan heb je er meer controle over.

5. Kleine knipjes

Ga voorzichtig te werk. Je knipt beter vaak mini-stukjes, dan in één keer een groot stuk. En dan spijt hebben dat je teveel hebt weggehaald! Een te lange pony kan je nog bijpunten, maar een stompje haar groeit niet op 1-2-3 terug.

6. Verzacht de randen

Knip je haar niet in één harde, strakke lijn. Knip een basisvorm, en werk die af door met de schaar verticaal in je haarpunten te knippen. Zo krijg je een veel speelser en luchtiger effect in je kapsel.

7. Exit kapotte puntjes

Heb je vooral dode puntjes die onder handen genomen moeten worden? Neem een dunne pluk haar en draai hem rond zichzelf. De dode puntjes zullen uit de gedraaide pluk steken. Ga met de schaar langzaam (verticaal!) naast de pluk en knip zo voorzichtig de dode puntjes weg. Geen topoplossing -de kapper blijft de beste keuze!- maar wel handig als het even niet anders kan.