Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'De manier waarop wij met z’n tweeën de straat oversteken, is op zijn minst gezegd speciaal.'

COLUMN: ‘Laat me de straat oversteken met mijn dochter en ik zeg wie je bent: een ouder of niet’



Columniste Nele werd vorig jaar moeder. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.

Over geduld


Toon me je huis en ik zeg wie je bent. Toon me je kleerkast en ik zeg wie je bent. Toon me je boekenkast, je vrienden of je huisdier en ik zeg wie je bent. Het is geen exacte wetenschap, maar er valt wel iets voor te zeggen: veel van wat je hebt of doet, verraadt je. En sinds ik vaak met mijn dochter naar en door de stad ga wandelen, voeg ik daar graag iets aan toe: laat me de straat oversteken met mijn dochter en ik zeg bij benadering wie je bent: een ouder of niet.



De manier waarop wij met z’n tweeën de straat oversteken, is op zijn minst gezegd speciaal. Mijn dochter slaagt erin om altijd een stevige tred aan te houden, tot er een dorpeltje, een trapje, een straatrooster, een kauwgum, een grasspriet of iets anders haar aandacht trekt. Dan worden er toch minstens vijf minuten uitgetrokken om bij elk van die dingen stil te staan. De verwondering van een kind, heet dat dan. Een oefening in geduld, noem ik het liever. Een oefening die ik sinds ik moeder ben elke dag meermaals moet maken. Want op een gemiddelde dag wil ze zelf de speen op de papfles draaien, haar muts op haar hoofd zetten, haar soep met een vork eten en haar patatjes met een lepel. Ze wil zelf de deur openen, het licht aanknippen en tandpasta op haar tandenborstel doen, zelf in bad en er weer uit kruipen.

Zo vaak mogelijk laat ik haar de wereld ontdekken in haar tempo en stel ik ongeduldig mijn geduld op de proef.


Leuk, zo’n zelfstandig kind. Maar de meeste van al die dingen zijn quasi onmogelijk voor iemand met haar fysieke capaciteiten en duren daarom tien tot twintig keer langer dan wanneer ik het voor haar zou doen. Net daarom hoor ik tijdens het wachten vaak een stemmetje in mijn hoofd dat zegt dat ik moet ingrijpen. Dat ik die speen op die fles moet draaien, haar moet voeden, aankleden, in bad moet gooien en er weer uit moet tillen. Los van haar eigen willetje. Het is een stemmetje dat ik soms zelfs hardop hoor, in het echt. Wanneer anderen niet het geduld hebben om te wachten tot mijn geduld op is en ze me aanmanen om het ‘toch snel even zelf te doen’. Soms luister ik naar dat stemmetje, omdat het niet anders kan. Maar het ding is: als ik mijn geduld verlies en het zélf doe, zit ik de vijf daaropvolgende minuten met een huilend kind. En dat wil ik haar, maar vooral mezelf besparen. Dus zo vaak het kan, laat ik haar de wereld ontdekken in haar tempo en stel ik ongeduldig mijn geduld op de proef.

Dat doe je als ouder al vanaf de conceptie, over die eeuwigdurende zwangerschap tot de komst van de Deliveroo-bezorger. Want ook dat gaat zelden snel genoeg. Laat me dus de straat oversteken met mijn dochter en ik zeg bij benadering wie je bent: een ouder of niet. Berust je zonder morren in je lot en vind je het nog enigszins aandoenlijk hoe dat kleintje in het midden van de straat zo nodig met haar babypop wil gaan zitten op het potje dat óók mee moest? Dan is de kans groot dat je een ouder bent en net zoals ik al eens zwetend op een zebrapad hebt gestaan, gefrustreerd omdat je kind met geen stokken in beweging te krijgen is. Heb je geen geduld en zou je liefst uitstappen om dat kind eigenhandig de straat over te slepen? Dan ben je waarschijnlijk ook een ouder en weet je dat je zonder in te grijpen nog tien minuten stilstaat voor dat zebrapad. Want echt, werkelijk niets gaat met een kind nog zo goed vooruit als je gehoopt had. Behalve de tijd, want ze worden toch zo snel groot.

Meer columns van Nele:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '