Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Anaïs vertelt Arkasha over een moment van onverwachts geluk.

Anaïs: ‘Het ene moment zit je dronken te plassen in zee, het andere zeg je volmondig ja’

De redactie

Anaïs verhuisde recent naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha in Antwerpen.




Je zei een tijdje terug dat je het fijn vond om te lezen dat ik zo plots de liefde had gevonden. Na jaren van fuckers en vaagheden vreesde ik niet gemaakt te zijn voor een relatie, tot ik iemand ontmoette die mij het tegendeel bewees. Maakt dit mij de patroonheilige van het onverwachts geluk? Ik vind van wel! Ik wil mijn positie verzekeren en er nog een schepje bovenop doen: ik vertel je wat er afgelopen zomer gebeurde.

Mijn lief is Mexicaans en door omstandigheden zat ik tijdens de eerste lockdown maandenlang samen met mijn schoonouders op een klein airconditioned appartement in een gated community voor oude mensen. Dat is nog minder romantisch dan het klinkt, dus boekten mijn lief en ik zodra het kon een weekendje aan zee. Jij denkt daarbij onmiddellijk aan verse taco’s, zweterige seks en met een sombrero op je hoofd in slaap vallen. Awel, ik ook. Maar het is daar en dan belachelijk warm, de kamer stinkt naar ’t putteke en in elke hoek van het hotel staat een dj, hopend op een Mexican wave. Onze enige mogelijkheid om aan Daddy Yankee in een loungebeatjasje te ontsnappen is zo diep mogelijk wegvluchten in die andere Mexican waves: de zee. Dan maar het lawaai met cocktails verzuipen.

Ik beweer dat hij amper aandacht voor me heeft. Dat we al máánden elke dag samen zijn telt niet, want ‘da’s verplicht!’


Tot mijn lief plots per se op z’n eentje naar de kamer wil. ‘Are you sick?’ ‘No’, antwoordt hij kort. ‘Is ’t weer voetbal op tv?’ ‘No’. Hij ontwijkt m’n vragen met een onverstaanbaar gemompel. Er ontvouwt zich een discussie waarin ik dronken en dramatisch beweer ‘dat hij bijna nooit aandacht heeft voor mij!’. Dat we al maandenlang elke dag met elkaar doorbrengen vind ik op dat moment geen argument, want ‘da’s verplicht! Dat telt niet!’. Ik maak me klaar voor de volgende ronde, hij vlucht richting hotelkamer. Anderhalve margarita later staat hij terug op het strand. Ik zwem op dat moment lusteloos weg van de zoveelste keer ‘Despacito’ en hoor hem roepen of ik a.u.b. even tot daar kan komen. Ik zucht. ‘Wat nu weer? Did your team lose?’ ‘No, come!’ Met elke stap overtuig ik mezelf nog eens van mijn eigen gelijk. Ik graai mijn handdoek van mijn ligstoel en droog me ruw af. Wanneer ik eindelijk voor hem sta, strekt hij voorzichtig zijn hand voor zich uit. Ik merk dat er iets kleins in zijn palm ligt. Zenuwachtig maar vastberaden vraagt hij in zijn allerbeste Yoda-Nederlands ‘Wil trouwen jij met mij?’

Arkasha, je weet nooit wat er morgen gebeurt. Een nieuwe job, een creatief idee, eindelijk een vaccin? Het ene moment zit je namelijk kwaad en dronken te plassen in zee, het andere moment zeg je volmondig ja. Trouwens, sinds vorige week ben ik even in België voor een essentieel bezoek. Wie mij toevallig tegen het lijf loopt, wordt gezegend met onverwachts geluk!

Anaïs


Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs: 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '