Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Mathias Hannes

'Af en toe zet ik een Story op Instagram, gewoon om te zien wie ’m bekijkt. Wie vindt mij leuk?'

Arkasha: ‘Vandaag is het makkelijker om online iemands leven te doorwoelen dan om diens nummer te vragen’

De redactie

Arkasha woont in Antwerpen. Haar leven bestaat uit e-mailen, potjes invriezen en webinars kijken. Over de spannendere dingen, zoals haar socialemediaverslaving, schrijft ze naar Anaïs, die in New York woont.


In het zwembad ontmoette ik onlangs Emiel, een man van in de tachtig die elke dag baantjes trekt. Hij vertelde me dat hij geen enkel scherm bezit. Geen smartphone, geen computer, geen televisie. ‘En je zwembeurten reserveren dan?’ probeerde ik nog. ‘Dat doet iemand voor mij’, zei hij. Ik was nog nooit zo jaloers op een bejaarde. Op het moment dat ik je deze brief schrijf, ligt mijn gsm namelijk onder een hoopje strijk. Waarom? Omdat ik me de hele tijd aan het afvragen ben wie mijn laatste berichtje op Instagram heeft geliket. Niet omdat dat bericht zo ontzettend bijzonder is, wel omdat ik me anders om de tien minuten als een bezetene gedraag.

Ik zet stilaan stappen in de strijd tegen mijn socialemediaverslaving.De eerste? Mijn telefoon ’s nachts in de keuken opladen.


Ik heb echt al mijn meldingen en geluiden uitgeschakeld, en toch. Nadat ik mijn telefoon unlock, tikt mijn wijsvinger automatisch het Instagramicoontje aan. Af en toe zet ik een Story online, gewoon om te zien wie ’m bekijkt. Wie vindt mij leuk? Meestal scan ik erdoorheen tot ik een of twee fotootjes herken. Oef. Hij/zij is erbij. Wanneer ik uit the zone terugkom, besef ik dat ik ook een appel had kunnen eten, crypto currency had kunnen aankopen of de vaatwasser had kunnen uitladen. Tel al die minuten bij elkaar op, en ik zou zonder Instagram een ontzettend gezond, rijk en opgeruimd leven hebben. Maar bon, ik zou er natuurlijk niet mee kunnen uitpakken. Ik zet stilaan stappen in de strijd tegen mijn socialemediaverslaving. De eerste was om mijn telefoon ’s nachts in de keuken op te laden, en niet meer onder mijn hoofdkussen.

De volgende om hem pas te unlocken wanneer ik de deur uit ga, en dus niet op het toilet, voor ik in de douche stap, nadat ik mijn kleren aantrek en tijdens het ontbijt. Instagram en WhatsApp zijn mijn quick fixes tegen verveling, maar ik word ook gewoon doodmoe van al die MeGaLeUkE, sUpErGrApPiGe indrukken. Of in elk geval jaloers. Mijn vrienden met kinderen lijken online een heel cosy huishouden te hebben, maar wanneer ik hen spreek, blijken vooral verbouwstress, kakkebroeken en korte nachten hun deel. Die ene kennis met de coolste job ooit schurkt tegen een burn-out aan. En de man van het ideale Instagramkoppel schurkt ook tegen van alles aan, maar niet tegen zijn vrouw.

Weet je nog, toen wij op de middelbare school zaten? Onze wereld was wat kleiner, maar ook hechter. Je kon niet iedereen online opzoeken. Je moest naar die ene Chirofuif in de hoop er je vlam te ontmoeten. Dan genoeg eyeballen om te worden opgemerkt, gaan babbelen en hopelijk kussen voor je naar huis moest. Vandaag is het makkelijker om online iemands leven te doorwoelen dan om diens nummer te vragen. Mede dankzij die socialemediaverslaving schatten we mensen in op basis van de sporen die ze online nalaten, zonder één woord met hen te wisselen. Dankzij Emiel weet ik weer dat er niks boven een spontane ontmoeting gaat. Anaïs, doe mij deze zomer maar verbinding, maar dan zonder wifi. Ik begin alvast te eyeballen.

Arkasha 

Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '