“In april ben ik met mijn neus op de feiten gedrukt: pas toen besefte ik dat ik speelde met mijn eigen leven. Ik woog 41 kilo en at achthonderd kcal per dag, twee derde van het aantal kcal waarop een comapatiënt overleeft. Aan dat tempo zou ik het einde van de zomer niet halen. Dat waren de woorden van de specialiste, de schop onder mijn magere kont.
Het maakte me doodsbang, maar tegelijk was ik opgelucht. Eindelijk zag iemand hoe erg ik eraan toe was, en door die erkenning kon ik ook mijn eigen verdriet zien. Bij mijn vrienden had ik me altijd sterk gehouden, niemand moest zich moeien. ‘Ik leef toch nog’, dacht ik altijd. Tot ik hoorde dat ik eigenlijk aan het sterven was.”
Lees het volledige verhaal deze week in Flair.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier